14 februari 1957.
38
erop, dat samenwerking hier uiteindelijk de oplossing der moeilijkheden
bracht. Hierbij zijn de liberale beginselen zoals die hierboven zijn weerge-
geven in het oog gehouden. Door het volgen van de gekozen gedragslijn
zijn alle belangrijke stromingen in deze raad nu in het college van burge-
meester en wethouders vertegenwoordigd. In een onbewaakt ogenblik
heeft spreker in de vorige begrotingsvergadering gezegd, dat Heemstede
geen gemeente voor 4 wethouders was. Spreker is nog van mening, dat,
als zuiver 'naar het werk dat voor de wethouders is weggelegd gezien
wordt, 3 wethouders voldoende kunnen worden geacht. In de gegeven om-
standigheden was naar sprekers oordeel het uitgaan van een ander be-
ginsel gerechtvaardigd, ja zelfs noodzakelijk,"
Tenslotte de heer van Bruggen: „Hoewel er pencentsgewijze enige ver-
schuiving is geweest (spreker doelde op het verminderd aantal op de AR
en CHU uitgebrachte stemmen) welke spreker voor zijn groep zeker zou
kunnen verklaren, is in de samenstelling van de gemeenteraad zêlf geen
wijziging gekomen. In getalsterkte (spreker doelde hier op de overschots-
zetel) is de Protestants-Christelijke fractie op de derde plaats gebleven
en daarom had zij moreel recht op de derde wethouderszetel evenals dit
in 1949 het geval was."
En verderop zegt nog dezelfde spreker:
„Dat men besloten heeft het college van burgemeester en wethouders
tot vier man uit te breiden acht spreker een wijs besluit, omdat alle groe-
pen hierin vertegenwoordigd zijn. Er is een evenwichtsverhouding bereikt,
die méér dan voorheen de werkelijke verhouding in de raad weergeeft."
Trots al deze zo schoon klinkende woorden van „wijs besluit, redenen
van menselijkheid, redenen ter bewaring van saamhorigheid en samen-
werking, wenselijkheid van vertegenwoordiging van alle belangrijke stro-
mingen in de raad, enz., enz." bestaat het, dat deze zelfde sprekers, zodra
er zich een kans voordoet, de wêrkelijke betekenis van die woorden over
boord gooien en wordt op hun voorstel door de raad besloten het aan-
tal wethouders terug te brengen tot drie en worden de democratische so-
cialisten buiten het college van burgemeester en wethouders gehouden.
Dit blijft onze fractie op z'n zachts uitgedrukt zéér teleurstellend achten.
Zij vraagt zich af waarom haar nu het morele recht wordt onthouden en
waar het wijs beleid blijft, waar de heer van Bruggen over sprak, of er
thans geen saamhorigheid en samenwerking nodig is, waar de heer Ver-
hoeven de nadruk op legde en het oordeel van de heer Zeelenberg die het
beginsel om 4 wethouders te hebben, gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk
achtte
Het schijnt dat voor onze politieke tegenstanders, zodra het tegen de
P. v. d. A. gaat en men deze partij afbreuk zou kunnen doen, niets te dol
is. Maar dat neemt niet weg dat onze fractie zich het recht tot het be-
zetten van een wethouderszetel blijft voorbehouden en zij voelt zich daar-
door gesterkt door de uitslag der gehouden verkiezingen voor de Tweede
Kamer welke plaatselijk voor onze partij zö succesvol was, dat de 80
stemmën winst van de AR en CHU tezamen, door de P. v. d. A. is voor-
bijgestreefd met 496 stemmen, met een totaal aantal op haar uitgebrachte
stemmen van 2834.
Tôtdat ons recht is gedaan zal onze fractie voortgaan met het brengen
van initiatief-voorstellen, waarmede zij zal trachten te voorkomen dat
onze gemeente conservatief zal worden bestuurd.
In zijn jongstleden gehouden korte nieuwjaarsrede merkt de voorzitter
op: „dat de bestuurstaak steeds gecompliceerder wordt en steeds moeilijker
de problemen waarvoor een gemeentebestuur zich ziet gesteld. De taak
van het college van burgemeester en wethouders vergt steeds méér van
zijn leden. Méér dan ooit is het zaak dat dit college zich geschraagd weet
