53 14 februari 1957. niet iedere vergadering op deze zaak wordt teruggekomen. Spreker had wel de hoop van het college te mogen vernemen, dat het roulering în de woonruimte-commissie zou willen invoeren. Onder de kwestie van de woonruimte-verdeling wil spreker volkomen een streep zetten. Ten aanzien van het instellen van een commissie voor de bibliotheek, merkt spreker op, dat het de bedoeling van zijn fractie was, hier een commissie in te stellen zoals die in Haarlem bestaat. Het door spreker gesprokene over de woningbouw heeft de wethouder ten onrechte als kritiek opgevat. Sprekers woorden bedoelden alleen een aansporing te zijn om toch iedere mogelijkheid om te bouwen aan te grijpen en te zorgen dat plannen voor woningbouw gereed liggen. Spreker vond het prettig van de wethouder van de bedrijven te ver- nemen dat er bij het nieuwe contract met Haarlem verband gelegd wordt met de prijzen van het P.E.N. Ten aanzien van sprekers standpunt over de bestedingsbeperkmg was de heer Verhoeven het niet volkomen met hem eens, terwijl hij toch ook wel weer enkele punten kon onderstrepen. Omdat spreker dit onderwerp niet ligt, zal hîj hier niet verder op ingaan, maar de beantwoording gaarne overlaten aan zijn fractievoorzitter. De heer Mr. Dr. van Bruggen zegt, dat de heer Reijnders op spreker een beroep heeft gedaan om de redevoering die hij hier gehouden heeft m hogere regionen te houden. Als iemand echter als jongste lid in een col- lege treedt, dan moet hij zich herinneren het wijze woord uit het oude boek: ,,Mijn stam is de kleinste van Israël en ik ben de jongste in mijn vaders Ws". In zoverre komt het dus spreker niet direct toe om recht- streeks in dit college te spreken over de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten. Wat de materie betreft kan de heer Reijnders echter ge- rust zijn. Wanneer de heer Reijnders zich rekenschap zou hebben gegeven wat het begrip van souvereiniteit in eigen kring betekent en wat de katho- lieken onder het subsidiariteitsbeginsel verstaan, dan zal hij moeten be- grijpen dat juist wij en zij krachtens deze beginselen sterker voor de autonomie van de gemeenten opkomen dan het centralistisch socialisme. De heer Reijnders heeft nog even de kwestie van de wethoudersverkie- zing aangeroerd. Deze kwestie is echter reeds uitvoerig behandeld, waar- om spreker geen aanleiding ziet om daarop nog terug te komen. Het enige novum dat de heer Reijnders naar voren heeft gebracht, is de uitslag van de tweede kamerverkiezingen. Toen die uitslag bekend werd, zat spre- ker in de statenvergadering van Noordholland. Toen spreker zoveel blijde o-ezichten zag heeft hij tegen de heren gezegd: „Hier wordt nu het lied gezongen van de nieuwe haring. Want daar staat in: de vlaggen wapperen omhoog, de blijdschap straalt uit ieders oog." S"preker kan zich mdenken dat de heer Reijnders en de zijnen ook iets van die blijdschap stralende m het oog hebben gehad. Spreker schrijft het succes voor de P. v. d. A. echter toe aan het feit, dat de leider van de lijst vader Drees was. Spreker wenst de heer Reijnders toe, dat bij de gemeenteraadsverkiezingen de lijsttrek- ker(ster) van de P. v. d. A. zodanige populariteit mag krijgen, dat hij ot zü vader A of vader B of moeder C zal worden genoemd. Misschien dat het dan voor wat de gemeenteraad betreft hetzelfde resultaat zal op- J0y0j*0jj Ten aanzien van het punt straatbelasting merkt spreker op, dat er een correlatie is tussen de kwestie van de huur en de straatbelastmg. Zolang deze huur niet op een redelijker peil is gebracht zolang is het toch wel zeer in strijd met de verdelende rechtvaardigheid om deze mensen, die zoveel jaren hebben gewacht, nog met extra lasten te belasten. Dit pro- bleem komt natuurlijk bij de voorgenomen huurverhogmg per 1 juli weer aan de orde, waarna men er nog eens rustig over praten kan. Toen spreker de heer Reijnders over dit onderwerp hoorde spreken, dacht hij bij zich-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 42