14 februari 1957.
60
groot gevaar in omdat de komende jaren ongetwijfeld moeilijk zullen zijn.
Nu het begrotingstekort gestegen is tot over de 3 ton en er aanstonds
misschien een voorstel komt tot het wederaanstellen van de helpsters
bij het kleuteronderwijs, waardoor aan het tekort weer f 28.000,zal
worden toegevoegd, wil spreker toch wel een emstige waarschuwing laten
horen. Dit ongedekte tekort is naar zijn mening en naar hij gelooft ook
naar de mening van een groot deel van het college, eigenlijk onaan-
vaardbaar.
De heer Verhoeven is bang dat het door hem gebruikte woord modder,
een verkeerde indruk heeft gewekt. Indien dit woord de indmk mocht
hebben gewekt dat het betrekking had op wat door de ambtenaren of het
college terzake de woonruimteverdeling mocht zijn gedaan, dan trekt
spreker bij deze dat woord in. Er is te dien opzichte geen sprake van
modder. Spreker heeft alleen gezegd, dat, indien men in deze onver-
kwikkelijke kwestie blijft roeren, dit consequenties zal hebben. Indien
de voorzitter met alle geweld publicatie van het rapport zou willen door-
drijven, dan doet spreker bij deze een voorstel van orde, waârin hij uit-
spreekt dat hij het rapport niet gepubliceerd wenst te zien.
De heer Mr. Dr. van Bruggen acht, waar mensen met naam en toe-
naam in de vertrouwelijke nota worden genoemd, publicatie daarvan zeer
ongewenst. Spreker kan zich voorstellen dat bij sommigen de gedachte leeft,
om nu maar eens te laten zien wat er gebeurd is want dan zal daaruit
blijken dat het behoorlijk gedaan is. Spreker staat er nog steeds achter dat
het verrichte werk relatief, zo goed als mensen het kunnen doen gedaan
is. Dit moet naar zijn mening genog zijn. Spreker zou aan dit debat vol-
komen een einde willen maken. Hier moet niet meer over gesproken
worden, ten eerste om wille van de zaak, omdat er dan toch nog onder
de mensen zou kunnen leven dat er toch nog wel wat van waar is en ten
tweede ter wille van de mensen die met dit werk belast zijn. Het uitge-
brachte rapport zal er misschien toe medewerken dat zij die dit werk
verrichten, nog conscientieuzer dan ze het al gedaan hebben in hun be-
leid zullen worden.
De heer Verspoor had na de toezending van het rapport van burgemees-
ter en wethouders de verwachting, dat zij die kritiek hebben uitgeoefend,
tot het inzicht waren gekomen dat alles naar billijkheid en menselijkheid
is geschied. Als men andere leden in de advies-commissie benoemt zullen
deze ongetwijfeld ook aan kritiek bloot staan. Sprekende als lid van de
huisvestingscommissie zegt spreker, dat het dikwijls voorkomt dat uit
twee nare gevallen gekozen moet worden. Het verblijdende is dan, dat
de commissie toch altijd tot een eenstemmig advies komt. Dat de com-
missie niettegenstaande de kritiek die op haar en de ambtenaren is uit-
geoefend toch nog steeds op de door haar ingeslagen weg voortgaat,
komt voort uit de overtuiging van de leden dat zij hun werk zo goed
mogelijk doen, waarbij zij erkennen dat ze mensen zijn.
De heer Verhoeven: Juist.
De heer Verspoor zegt, dat de commissie misschien fouten heeft ge-
maakt, maar dan is het wel heel sterk dat alle commissieleden dezelfde
fouten maakten. Er zitten hier meerdere leden van de commissie in de
raad en als sprekers bewering niet juist is kunnen ze dat zeggen. Over
dubieuse gevallen is de commissie uiteindelijk tot een eenstemmig besluit
gekomen.
Spreker vindt het niet op de weg van de raadsleden liggen om aan elk
roddeltje direct gehoor te geven en zonder verder te informeren dit in de
raad ter sprake te brengen. Hierdoor toch wordt de schijn gewekt dat er
iets gebeurd zou zijn. Spreker acht zo'n handeling beneden de waardig-