63 14 februari 1957. De heer van Houten, wethouder, verwijst naar hetgeen hierover in de memorie van antwoord is opgenomen. De heer van der Linden is van mening dat, wanneer het particulier initiatief iets goeds tot stand kan brengen, dit niet moet worden afge- remd door zonder meer maar nieuwe subsidies te weigeren. De heer van Hees zou het meer logisch vinden wanneer nagegaan werd of de doelstellingen van de verenigingen die thans subsidie ontvangen, het geven daarvan nog wel wettigen. De Voorzitter onderstreept nog eens het standpunt van het college dat aan nieuwe verenigingen, die op een bepaald terrein van het gemeentelijk leven goed werk verrichten, de noodzakelijke steun niet mag worden ont- houden. Punt 6. Gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijven. De heer Zegwaart roept de clementie van de voorzitter in om enigs- zins uitvoerig zijn standpunt over het tarief van het water te mogen uiteenzetten. Hij wil hier n.l. de stem van de arbeiders laten horen. Vanmorgen is de vraag gesteld hoe het kan dat nadat door de S.E.R. het Ruimterapport 1956 was uitgebracht, reeds 9 maanden later dezelfde S.E.R. de vraag van de regering moest beantwoorden wat er gedaan kon worden ten aanzien van de investerings- en bestedingsbeperking. Spreker gelooft dat het antwoord vrij simpel is, n.l. omdat men op dat moment nog niet kon voorzien wat in 9 maanden op het gebied van de investerin- gen zowei door de overheid als door de werkgevers, zou gaan gebeuren en omdat men natuurlijk ook niet wist hoe men in arbeiderskringen de wat meerdere welvaart zou gaan besteden, n.l. of men zou gaan sparen of dat men het geld in de consumptieve sfeer zou brengen. Spreker ge- looft dat gebleken is, dat de drie gesprekpartners in de S.E.R. allemaal wat verder gesprongen zijn dan hun stok lang was. Door sprekers eigen groep is in 1956 /200.000.000,minder gespaard dan in 1955. Spreker betreurt dit, alhoewel hij er misschien toch wel een verklaring voor weet. Het overgTote deel van de werknemers heeft in 1956 een uitkering ineens ontvangen van 3 over 1955 en gelijktijdig daarmee heeft meh een vakantietoelage genoten van 4 hetgeen bij elkaar 7 was. In sprekers kring heeft men een onderzoek ingesteld hoe dit bedrag besteed is, waarbij bleek dat hiervoor geen vakantiegeneugten zijn ge- noten maar duurzame gebruiksartikelen zijn aangeschaft. Hierdoor is z.i. het mindere spaarbedrag en de uitzetting van de consumptie ver- klaard. Er is echter nog veel meer gebeurd. Als men de vemen, de opslag- plaatsen en de pakhuizen eens open zou kunnen doen, dan zal blijken dat in die 9 maanden overmatig grondstoffen, halffabrikaten, gebruiks- en verbruiksgoederen uit het buitenland zijn ingevoerd, die natuurlijk met de weggevloeide deviezen zijn betaald. Dit is niet helemaal een nadeel geweest. Wat het economisch leven betreft is dit maar een momentopname geweest, die naar sprekers vaste overtuiging, als alle gesprekpartners in deze zaak hun woord gestand doen, n.l. dat ieder voor zich de bijdrage zal leveren die toegezegd is om te komen tot goede economische verhoudingen, aan het eind van dit jaar de hele monetaire geschiedenis een ander en een veel gunstiger beeld zal geven. Wat dat betreft staat spreker volkomen naast zijn fractie- voorzitter, die aan zijn optimisme in deze vanmorgen uiting heeft ge- geven. De heer van Bruggen was echter pessimistisch. Deze heeft in zijn betoog ook de mogelijkheid van een nieuw Korea of een nieuw Suez be- trokken. Natuurlijk, als dat gebeurt zal het optimisme van de heer Verhoeven en spreker een deuk krijgen. Spreker wijst er op, dat in 1956

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 52