67 14 februari 1957. De Voorzitter antwoordt, dat er ja wordt geknikt (de heer Ir. Kooij- mans). De heer Zegwaart merkt op, dat de wethouder heeft gezegd, dat men door het geven van subsidie op het water de boel scheef zou trekken. Spreker wil er dan op wijzen, dat het geven van subsidie op levensmid- delen in de achter ons liggende jaren, Nederland uit het moeras heeft getrokken. Spreker achjt het helemaal niet onwaarschijnlijk dat, wanneer in gemeenten en bedrijven waar dat kan, de prijzen niet verhoogd zullen worden, het stellen van nieuwe looneisen voorkomen zal kunnen worden. Er is vanmorgen met het spook van de inflatie gedreigd en spreker is daar ook benauwd voor, waarom hij alles in het werk wil stellen om te voorkomen dat die looneisen gesteld moeten worden. Om die reden blijft hij zich dit jaar positief tegen een verhoging van de waterprijs ver- zetten. De heer Mr. van Wijk, wethouder, zegt, dat het douceurtje dat de heer Verhoeven zag opkomen helemaal niet bestaat in de zin zoals hij dat ver- wacht. Alleen zai blijken dat de nog weer onbillijker werking van de kolenclausule over 1956, nu wordt gereduceerd met een ton. We krijgen dus een niet zo ongunstige rekening als we anders gehad zouden hebben, hoewel zij naar sprekers mening nog ongunstig genoeg zal blijven. Wanneer men de waterprijzen, ook na de verhoging. gaat vergelijken met die van naburige gemeenten, dan weet spreker geen gemeente te noemen waar het water goedkoper is. De heer Zegwaart heeft ook weer even gesproken over de subsidie op levensmiddelen en deze meent, dat Nederland daardoor uit het moeras is gekomen. Spreker is dat heiemaal niet met hem eens. Naar zijn mening i is 75 van de daaraan bestede gelden op verkeerde plaatsen terecht gekomen, waardoor mensen goedkoop levensmiddelen hebben kunnen be- trekken die in staat waren de werkelijke prijs te betalen. De daardoor bespaarde middelen hebben zij waarschijnlijk aan auto's en andere dure dingen kunnen besteden, misschien hebben zij zelfs banksaldi verworven. Van regeringswege had hiervoor geen geld beschikbaar moeten worden gesteld. De heer Zegwaart: Dan was ons land ondergegaan aan stakingen enz. De heer Mr. van Wijk, wethouder, zegt, dat het beter zou zijn geweest om direct de lonen te verhogen dan op deze wijze de levensmiddelen goed- koop te houden. De heer Zegwaart meent, dat Nederland dan niet zoveel had kunnen uitvoeren als nu gebeurd is. De heer Mr. van Wijk, wethouder, is dat helemaal niet met de heer Zegwaart eens. Dit is echter een speculatie waarvan de heer Zegwaart noch spreker op dit moment bewijs kunnen leveren. De zaak staat nu dus zo, dat, wanneer de raad de bedrijfsbegrotingen zou aanvaarden, daarmede tevens de verhoging van de waterprijs aan- vaard is, een en ander met de toezegging, dat, wanneer zou blijken dat de waterprijs binnenkort weer verlaagd zou kunnen worden, hetgeen het college niet verwacht, een voorstel daartoe zal worden gedaan. Ver- hoging van de prijs van gas en elektriciteit zal thans niet plaats vinden, omdat door een lagere inkoopprijs dit geld gevonden is. Spreker wijst er nog op, dat, wanneer de raad niet akkoord gaat met verhoging van de waterprijs, dit het begrotingstekort niet doet stijgen met 40.000,maar met 54.000, De heer Verhoeven meent dat het tekort dan met 26.000,wordt verhoogd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 56