14 februari 1957. §2
Mevr. Van der Meulen merkt op, dat uit de stukken blijkt, dat het Hu-
mamstisch thuisfront verklaart dat het geen propaganda maakt in zijn
tehmzen Wel geeft het cursussen, wat natuurlijk zijn goed recht is, maar
met m de tijd dat de militairen daar hun vrije tijd doorbrengen Hiervoor
worden de militairen op een andere tijd afzonderlijk opgeroepen.
De heer Drs. Weyers heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel van mevr van der Meu-
len c.s. m stemming, hetgeen met 3—12 wordt verworpen.
Vöôr het voorstel stemden mevr. van der Meulen en de heren Reijnders
en Verspoor; J
De heren Brink, van Hees en Verhoeven verlaten de vergadering.
Punt 44. Volgno. 610. Subsidie en contributie aan diverse
verenigingen en instellingen.
Mevr Van der Meuien zegt, dat de afd. Heemstede-Bennebroek van de
Aigemene bond van ouden van dagen een subsidie vraagt van f 300
hetgeen neerkomt op f 1,per lid.
f i^or8ekSt^r-^ellî!0ft' dat burgemeester en wethouders hun voorstel om
f 150 subsidie te verlenen niet baseren op financiele motieven maar on
een pnncipiele benadering van deze bond. Burgemeester en wethouders
zeggen dat zij wel 300,— willen geven om de bejaarden in de gelegen-
heid te stellen handenarbeid of knutselwerk te verrichten maar niet voor
het verrichten van sociëteitswerk dat tot nu toe door de Ú.V.V. werd ver-
ZÚ8Ú ^preekster voelt hierin een gebrek aan respect voor de eigen acti-
viteitvan de ouden van dagen. Spreekster is van mening, dat de moderne
opvatting van maatschappelijk werk is, dat men dit werk verricht met de
doelstelling om zichzelf zo snel mogelijk overbodig te maken. Spreekster
an zich met indenken dat, wanneer een levende vereniging' als de U.V.V.
is, ziet dat haar hulp niet meer nodig is, zij niet bereid zal zijn de bond
van bejaarden te helpen dit werk zélf ter hand te nemen.
De heer Van der Linden vindt de zelfwerkzaamheid van de bejaarden
ook erg belangrijk. Ook spreker heeft zich afgevraagd of de U V V nu
nog langer bij de verpozing van de bejaarden de helpende hand' moet
bieden, temeer omdat er onder de bejaarden zeker zullen zijn die dit werk
zelf willen verrichten. Spreker gelooft dan ook dat het toe te juichen zou
zijn als de U.V.V. zich in deze zou terugtrekken. Spreker kan zich er
mede verenigen dat in de meerdere kosten die daardoor voor de bond van
bejaarden zullen ontstaan, wordt gesubsidiëerd.
Mevr. Van der Meuien is dankbaar voor de steun die de heer van der
Liinden geeft, Deze mensen willen zelf het werk voor hun bond verrichten
en niet dat het door anderen voor hen gedaan wordt.
De heer Van der Linden meent, dat het wel aanbeveling zou verdienen
ais Bennebroek voor de daar wonende leden ook zou subsidiëren.
Ook de heer Zegwaart spreekt de zelfwerkzaamheid van de ouden van
dagen wel aan. S"preker vraagt zich af, of zij met 150,— meer subsidie
kunnen bereiken wat zij zich voorstellen. Er zal dan waarschijnlijk meer
gevraagd worden. Dit moet dan maar afgewacht worden Spreker gaat
akkoord met een verhoging der subsidie tot 300,
De heer Mr. van Wijk, wethouder, zegt, dat het wel meer voorkomt dat
burgemeester en wethouders een lagere subsidie voorstellen dan gevraagd
ordt. Het college heeft in dit geval het bedrag afgestemd op de huidige
omvang der werkzaamheid van de bond. Tot nu toe besteedt de bond zijn