14 februari 1957.
18
legenheid werden gesteld om gelden van de kapitaalmarkt op te nemen
tegen de geldende rentepercentages maar alleen tegen lagere, zodat ze
steeds minder konden overgaan tot het consolideren van haar schulden
en hoe ze van overheidswege werden aangezet tot uitbreiding van elektri-
citeits- en gasnetten, straataansluiting en wat dies meer zij en voor wat
andere gemeenten dan de onze aangaat, nog tot belangrijke investeringen
in havens en industrieterreinen, ja zelfs in industriegebouwen en dit laat-
ste zeker terecht. Hoe kan de gemeente echter lenen 4 ti Ik zie dat
nog niet als mogelijkheid.
Men moet echter niet de schuld werpen op de gemeenten en met name
niet op onze gemeente, die dank zij de overschotten op de rekening zeer
veel zelf heeft kunnen financieren uit de „saldi reserve" (zoals onze ge-
meentelijke instanties de reserve thans voorzichtiglijk zijn gaan noemen).
Blijft dus over, dat we nu, al dan niet op fraaie wijze, gedwongen zijn
mede te helpen de nederlandse monetaire situatie te helpen uit het moeras
te komen door deze bestedingsbeperking.
Mijn fractie gelooft echter, dat dit bestedingsbeperken slechts voor korte
tijd zal behoeven te geschieden. Zij is van mening, dat we nog niet in een
laagconjunctuur zijn aangeland, zij gelooft integendeel, dat de toestand
van „full employment" nog geruime tijd bestendigd zal blijven. Slechts zijn
we monetair in moeilijkheden van, naar zij van mening is, tijdelijke aard.
Er is dus naar haar smaak aanleiding om wat de gemeentelijke huis-
houding betreft te overbruggen met het overbruggingsmiddel wat zij in
de saldi-reserve bezit, bijaldien er van tekorten sprake zou moeten zijn.
Hetgeen naar mijn mening nog niet het geval is. Behalve de tijdelijkheid
van de te nemen beperkingsmaatregelen, welke overigens niet de woning-
bouw betreffen, is er nog een ander argument, dat pleit tegen het thans
zoeken van nieuwe inkomsten-bronnen zoals het verhogen van tarieven,
behalve wanneer dat noodgedwongen zou moeten, doordat onze leveran-
ciers hun prijzen met goedkeuring van de centrale overheid zouden ver-
hogen, terwijl de meeste leden van mijn fractie ook dan nog de tarieven
niet willen verhogen. Op dit argument nl. de mogelijkheid van het op korte
termijn opvolgen van de adviezen van de commissie Oud, kom ik direct
terug. Het' argument van de tijdelijkheid van de monetaire crisis geldt
overigens ook voor het verhogen van belastingen en het stemt tot dank-
baarheid, dat burgemeester en wethouders hun voorstel om de straatbelas-
ting te verhogen hebben ingetrokken. iViet dat het om zulke geweldige be-
dragen per betrokkene gaat, reeds in het voorgaande jaar heb ik daarop
gewezen, en het is waar, dat onze ingezetenen, die woningen bezitten in-
derdaad ten opzichte van andere gemeenten in een bevoorrechte positie
verkeren, maar omdat het evenzeer onjuist is om tarieven te verhogen
wanneer 'dat niet nodig is en om de psychologische fout, die men begaat
door alleen een bepaald deel van de bevolking te treffen, een deel, dat on-
danks het feit, dat men beter af is dan elders, er toch niet goed af is. Zon-
der de komende huurverhoging op 1 juli a.s., die de woningen toch nog
niet op een rendabel peil brengt zoals de regering zelf heeft toegegeven m
haar voorstel tot huurverhoging, komen de eigenaren van woningen, die
jarenlang te lage huren hebben moeten incasseren ook jarenlang niet aan
hun trek, indien ze tenminste deden wat ze moeten doen, nl. de woningen
in goede'staat houden. Het argument, dat we niet onze eigen ingezetenen
treffen maar ingezetenen van elders gaat niet op, want 2000 van de 6000
woningen die Heemstede bezit zijn slechts van „niet Heemstedenaren". Er
zijn ca. 1650 eigen bewoners, er zijn 1400 particuliere woningen verhuurd
en er zijn 950 woningen van woningbouwverenigingen, die het getal van
6000 vol maken. Het is dus juist, dat we onze straatbelasting niet op-
schroefden omdat het niet noodzakelijk is.
Wel weten we natuurlijk wederom niet, wat we aan deze begrotmg heb-
ben. Evenals vorig jaar toen de 6 verhoging van lonen en salarissen
