32
21 maart 1957.
helft van het pensioen bedragen, waarop de overledene ten hoogste aan-
spraak zou hebben kunnen maken, indien hij bij het bereiken van de 65-
jarige leeftijd had opgehouden wethouder te zijn. Deze laatste, voor de
weduwen gunstige bepaling, kent de tegenwoordige regeling niet.
Het wezenpensioen zal voor elk kind, welks moeder aan het overlijden
van de vader aanspraak op pensioen ontleent, 1 /r, van het bedrag van het
weduwenpensioen bedragen; voor elk ander kind van het overeenkom-
stig de vorige alinea berekende weduwenpensioen.
Tot dusverre waren hiervoor percentages van respectievelijk 10 en 20
bepaald. Het gezamenlijke bedrag aan weduwen- en wezenpensioen of
aan wezenpensioen zal het tweevoud van het weduwenpensioen niet te
boven gaan.
Verhaal van een pensioenbijdrage ten belope van 3% van de wedde op de
wethouders wordt tenslotte door de wet imperatief voorgeschreven.
De bepalingen van de ontwerp-verordening zullen naar mijn mening, in
haar geheel beschouwd, een gunstiger pensioenvoorziening bieden. In som-
mige gevallen zal echter de bestaande voorziening hogere aanspraken
kunnen bieden.
In verband hiermede geven de overgangsbepalingen van paragraat V,
aan hen, die pensioengerechtigd zijn als gewezen wethouder en aan hen,
die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de
ontworpen verordening, wethouder der gemeente waren, de gelegenheid
om zich uit te spreken voor het behoud van het uitzicht op de bestaande
voorziening.
Overeenkomstig het bepaalde in het reeds eerder genoemd artikel 55
van de wet van 1 augustus 1956, .Silj 1no. 455, zal de nieuwe regeiing
terugwerken tot 1 september 1956, datum van inwerkingtreding van die
wet.
Ik moge Uw College thans in overweging geven tot vaststelhng van
nevensgaand ontwerp-besluit over te gaan.
Heemstede, 13 maart 1957.
De burgemeester van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.