32 21 maart 1957. Artikel iy. Het pensioen, toedoeld in artikei 18, tweede iid, gaat in met de dag voi- gende op die van de ontbinding van het huwelijk, mits aan burgemeester en wethouders desverlangd van die ontbinding het schriftelijke bewijs wordt overgelegd. Paragraaf IV. Algemene bepalingen. Artikel 20. Van de wedde van een wethouder wordt 3 ten honderd ingehouden als pensioenbijdrage. Artikei 21. 1. Een uitkering of een pensioen wordt toegekend door burgemeester en wethouders op aanvrage van belanghebbende of diens wettelijke ver- tegenwoordiger. 2. Indien de aanvrage niet is ontvangen binnen zes maanden na de da- tum waarop aanspraak op de uitkering of het pensioen ontstaat, gaan deze in met de dag na die, waarop de aanvrage is ingekomen. 3. Burgemeester en wethouders delen alle ter uitvoering van deze veror- dening genomen beslissingen schriftelijk aan belanghebbenden en aan de raad mede. Van deze beslissingen staat beroep open op de Centrale Raad van Beroep overeenkomstig de bepalingen van de Beroepswet. Artikel 22. 1. De uitkering en de pensioenen worden naar boven in guldens afge- rond. Zij worden uitbetaald in maandelijkse termijnen. 2. De termijnen van een uitkering of pensioen, welke niet binnen twee jaren na de eerste dag, waarop zij kunnen worden geïnd, zijn inge- vorderd, worden niet meer uitbetaald. 3. Wanneer gedurende vijf achtereenvolgende jaren na de eerste dag, waarop de inning had kunnen geschieden, iedere invordering achter- wege is gebleven, vervalt de uitkering of het pensioen. 4. Het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel vindt geen toepassing, indien door belanghebbende overmacht kan worden aangetoond. Paragraaf V. Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 23. De artikelen 1 t/m 4, 7, 8, 12 t/m 16 van deze verordening zullen geen toepassing vinden en in plaats daarvan zullen de daarmede overeenko- mende bepaiingen omtrent wachtgeld of pensioen van de wethouders der gemeente en van hun weduwen en wezen, zoals deze bepalingen laatste- lijk luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van: a. hem, die op de dag, voorafgaande aan het tijdstip van inwerktreding van deze verordening, pensioengerechtigd is als gewezen wethouder en daartoe binnen zes maanden na de datum van haar vaststelling schriftelijk aan burgemeester en wethouders de wens te kennen geeft; b. hem, die op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerktreding van deze verordening, het ambt van wethouder bekleedt en daartoe binnen zes maanden na het tijdstip, waarop hij als zodanig aftreedt, schriftelijk aan burgemeester en wethouders de wens te kennen geeft. Artikel 24. 1. De met ingang van een datum, voorafgaande aan het tijdstip van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 35