74
27 juni 1957.
2. a. De op het plan aangegeven maten, aangevende de afstanden van
het gebouw tot de zijwaartse erfafscheidingen, moeten worden aan-
gehouden, tenzij door Burgemeester en Wethouders anders wordt
bepaald.
b. De voorgevels aan de Van Merlenlaan moeten worden geplaatst in
of ten noorden van de op de tekening als stippellijn aangegeven
rooilijn, getrokken van de percelen gelegen aan de Van Merlenlaan
nrs. 10 en 30, kadastraal bekend in sectie B nr. 3632 en nr. 5049.
3. De gebouwen, als bedoeld in het eerste lid, moeten worden gebouwd als
vrijstaande percelen.
4. De voorgevelbreedte mag ten hoogste 8 m bedragen tenzij door Bur-
gemeester en Wethouders anders wordt bepaald.
5 De bebouwingsdiepte der in het eerste lid genoemde gronden bedraagt
max 14, tenzij uit de kaart anders biijkt of door Burgemeester en
Wethouders anders wordt bepaald.
Weg, verharding en plantsoenen.
Art. 4.
1. De gronden bestemd voor weg en verharding zijn bestemd om te wor-
den verhard dan wel als berm of groenstrook te worden ingericht.
2. Op de gronden, bedoeld in het eerste lid mogen geen reclameborden of
zuilen worden opgericht.
Bijgebouwen.
Art. 5.
De in art. 3 sub 1 bedoelde bijgebouwen moeten, onverminderd het dien-
aangaande in de bouw- en woningverordening bepaalde, voldoen aan de
volgende voorwaarden:
a. zij mogen geen groter oppervlakte hebben dan 2025 m2;
b. de goothoogte mag ten hoogste 2,25 m bedragen;
c. wanneer zij worden geplaatst achter een woning of woonruimte moet
tussen beide een strook grond van ten minste 3 m breedte geheel on-
bebouwd en onoverdekt blijven.
Afwijkingsbevoegdheden.
Art. 6.
Burgemeester en Wethouders zijn bevöegd enig onderdeel van de grens
of de richting van een straat nader vast te stellen en dienovereenkomstig I
de plaatsing der percelen te wijzigen, wanneer bij definitieve uitmeting zou j
blijken, dat geringe afwijkingen noodzakelijk zijn tot een juiste aanpas-
sing van het plan aan de werkelijke toestand van het terrein.
Behoort bij raadsbesluit van 27 juni 1957.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.