70
L/
27 juni 1957.
van degenen, die op grond van gemoedsbezwaren hun aanspraak op ouder-
domspensioen niet geldig maken.
Artikel 6.
Voor zover van een rechthebbende op een pensioen terzake van het ge-
not van dat pensioen premie krachtens de Algemene Ouderdomswet wordt
geheven, wordt hem ten laste van de gemeentekas, overeenkomstig de
verhouding, waarin de premie, bedoeld in artikel 23 van de Algemene
Ouderdomswet, voor de ambtenaren, in dienst van de Overheid, door
weddeverhoging wordt gecompenseerd, een vergoeding daarvoor verleend.
Artikel 7.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang
van 1 januari 1957.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 27 juni 1957.
De secretaris,
De^-voorsiUer,