29 augustus 1957
165
De Voorzitter zegt, dat bij elk bouwplan aan de raad een exploitatie-
overzicht wordt voorgelegd waaruit blijkt, hoe ongeveer de huren zullen
komen te liggen. Als het bouwwerk klaar is wordt de rekening opgemaakt
en aan de minister een voorstel gedaan voor de huurprijzen. De minister
stelt dus uiteindelijk de huren vast. Voor de woningen gebouwd onder de
regelingen door de heer Verspoor genoemd is op verzoek van de minister
door het coilege een voorstei tot huurverhoging gedaan, welke voor de
verschillende complexen varieert van 0 tot 25%. Burgemeester en wethou-
ders hebben zich te dien einde door de technische dienst van openbare
werken laten vooriichten. Ook in andere gemeenten is de raad in de huur-
verhoging niet gekend. Als er daar over gesproken is dan is dat geweest
naar aanleiding van vragen die gesteld zijn.
De heer Zegwaart had het eleganter gevonden als het coliege de huur-
verhoging vooraf met het bestuur van de woningstichting had besproken.
Nu doet zich de figuur voor, dat het bestuur van deze zaak niets afweet,
maar dat de secretaris van de woningstichting aan de bestuursleden mede-
deelt dat hij de huurders alvast van de huurverhoging in kennis heeft ge-
steld.
De Voorzitter is van mening dat als de besturen van de woningvereni-
gingen hierover zouden zijn gehoord, het vaststellen van de huren niet op
tijd klaar zou zijn gekomen. De minister heeft n.l. gevraagd om op zeer
korte termijn voorstellen in te dienen.
De heer van Houten, wethouder, zegt dat de woningstichting op 25 juli
bericht van de huurverhoging heeft ontvangen. Dat de bestuursleden daar-
van niet op de hoogte zijn is z.i. een interne aangelegenheid van het be-
stuur. De huurvaststelling heeft in 14 dagen haar beslag moeten krijgen
omdat de besturen van de woningverenigingen vöôr 1 augustus moesten
weten waar zij aan toe waren. Aan de vaststelling van de huren voor de
complexen waarvan niet vaststond dat de huurverhoging 25% moest zijn,
is een zeer uitgebreid onderzoek vooraf gegaan, hetwelk uiteraard tijd.
rovend is geweest. Zou er bovendien nog overleg moeten zijn gepleegd
met de woningverenigingen, dan zou het advies beslist niet op tijd zijn
klaar g:ekomen. Aan de woningverenigingen is bovendien geschreven dat
de beslissingen van het college een voorlopig karakter dragen en dat de
huurprijzen uiteindelijk door de minister zullen worden vastgesteld.
De heer Zegivaart is van mening dat als een bespreking van een paar
uur was gehouden met de besturen van de complexen die door de gemeente
zijn gebouwd, de zaak voor de bestuursleden wat beter had gelegen.
De heer Verhoeven merkt op, dat, als men op 25 juli een brief krijgt
waartegen men bezwaar wil inbrengen, men toch niet rustig op zijn stoel
blijft zitten tot er een raadsvergadering plaats vindt.
De heer Zegwaart zegt, eerst thans die brief in handen te hebben ge-
kregen.
De heer van Houten, wethouder, meent, dat men hem daar geen verwijt
van kan maken. Van de besturen is tot nu toe geen enkele reactie gehoord.
De Voorzitter meent, dat als men dit onderwerp gaat bespreken dan alle
besturen van bouwverenigingen uitgenodigd zouden moeten zijn en dan
vreest de spreker dat de besprekingen wel erg moeilijk zouden zijn. Het is
helemaal niet zeker dat de voorstellen van het college door de minister
aanvaard zullen worden. De mogelijkheid bestaat dat de huur met een
aantal procenten wordt verhoogd of verlaagd.
De heer Reijnders zegt, dat uit de brief aan de woningstichting „Heem-
stede" blijkt, dat de huren van de complexen I en II met 25% dienen te