31 oktober 1957.
201
bleven, waarom burgemeester en wethouders later meer coulant zijn ge-
weest.
De heer van Lent, wethouder, merkt op, dat het in deze tijd van woning-
nood een aanfluiting zou zijn als voor eigen ingezetenen gereserveerde hui-
zen niet verkocht kunnen worden en dus leeg blijven staan. Bij verhuur
worden dusdanige huren gevraagd, in verband met de koopprijs, dat die
eigenlijk niet meer op te brengen zijn. Daarom zijn burgemeester en wet-
houders indien leegstaande woningen niet aan inwoners van de gemeente
konden worden verkocht, van de eis van 2/3 afgestapt en op de helft ge-
komen en zelfs al eens een keer op 1/3. De moeilijkheid zit hierin dat, wan-
neer dergelijke woningen onbewoond blijven, dit een strop voor de bouwer
is waar hij niet meer overheen kan komen.
De heer Mr. Zeelenberg zegt dat het zo is, dat, wanneer één van de nu
ter beschikking van de bouwer staande huizen leeg komt, het huis dan
weer wel in de sfeer van de gemeentelijke beschikking terecht komt.
Sprekers ervaring is, dat huizen die door institutionele b^leggers zijn ge-
bouwd, in eerste aanleg door personeel of mensen van eigen keuze mogen
worden bewoond, maar dat zodra zo'n huis leeg komt, het in de machts-
sfeer van de gemeente valt.
De heer Drs. Weijers vraagt, of de eis dat hetzelfde type woningen moet
worden gebouwd als reeds op de Glip staat, aan de koper in de voorlopige
koopakte is opgelegd.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat de koper daarin vrij is.
De heer Drs. Weijers vraagt waarop dan gegrond wordt dat de koper
bouwt in de daar bestaande stijl.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat, wanneer de koper de wens
te kennen had gegeven dat hij een eigen architect wilde inschakelen, bur-
gemeester en wethouders daar geen bezwaar tegen zouden hebben ge-
maakt. Wel zouden natuurlijk de in te dienen plannen door de Welstands-
commissie moeten worden goedgekeurd. Toen de koper echter het klaarlig-
gende plan van alle kanten bekeken had, hij is een deskundige bouwer,
ging hij daarmede volkomen akkoord. Zelfs al zou hij nu nog een ander
plan willen indienen, dan zullen burgemeester en wethouders daartegen
geen bezwaar maken, mits het plan maar voldoet aan de welstandseisen
die aan dit object gesteld worden.
Mevr. van der Meulen wil nog opmerken dat zij niet voor het voorstel
op zichzelf zou stemmen, maar omdat het in verband is gebracht met de
woningbouw aan de Herenweg, kan zij zich er wel mede verenigen. Op het
terrein aan de Herenweg zullen dan woningen worden gebouwd waar de
gemeente zeer drigend behoefte aan heeft. Spreekster gelooft niet dat aan
de nu te bouwen middenstandswoningen dringend behoefte bestaat. Zij ziet
van te voren al, dat de huurprijzen zo hoog zullen worden, dat er niet vol-
doende gegadigden uit Heemstede voor zullen zijn.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
De heren Zegwaart en van der Linden verzoeken aantekening, dat zij
geacht willen worden te hebben tegengestemd.
X AANVRAGE BESCHIKBAARSTELLING GELDEN INGEVOLGE
ARTIKEL 72 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920, VOOR HET AAN-
SCHAFFEN VAN LEERBOEKEN EN MEUBILAIR VOOR DE
NICOLAAS BEETSS'CHOOL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.