221
28 november 1957.
gegeven. Spreker wil er alleen dit mee zeggen, dat, toen de vragen gesteld
zijn, burgemeester en wethouders hier direct en uitvoerig op hebben geant-
woord.
Spreker wil er nog op wijzen, dat van alle architecten die voor de ge-
meente gewerkt hebben, er geen méér op het werk aanwezig is en de aan-
dacht op de voortgang van het werk vestigt, als juist deze architect.
Ten slotte wil spreker nog opmerken, dat burgemeester en wethouders
het in hoge mate betreuren dat het werk te laat wordt opgeleverd. Spreker
geeft echter de verzekering, dat, als men een jaar verder is, het leed ver-
geten zal zijn, terwijl men over 25 jaar nog dankbaar zal zijn dat men
woningen van deze kwaliteit heeft.
De heer Zeg-vvaart had zich, om de zaak zuiver te houden, voorgenomen
om niet te repliceren. Spreker wil vooral uit laten komen, dat het doel van
zijn vragen is, te proberen het tempo van deze bouw te versnellen.
Het door spreker voorgelezen gebed zal, in zijn uiterste consequentie,
natuurlijk niet op gevallen in Heemstede van toepassing zijn. Toch wil
spreker 2 voorbeelden noemen. Spreker vindt het net zo erg of erger als
een schoondochter eike dag met de moeder van haar man vecht, waardoor
die schoondochter af en toe een week of 14 dagen het huis ontvlucht en
naar haar eigen ouders gaat. Dit doet zich in Heemstede voor. Spreker is
bereid om de namen te noemen. Er woont een echtpaar in een caravan, ter
oppervlakte van misschien 6 7 m2. Ook dit is minstens net zo erg als de
voorbeelden uit het gebed. AIs de wethouder dan ook zegt, dat het door
spreker voorgelezene in Heemstede gelukkig niet voorkomt, dan is het dat
juist wat spreker zo verontrust. Dat de raadsleden in commissievergade-
ringen op vragen omtrent de voortgang van dit werk met een schouderop-
halen werden beantwoord, ja met een Jantje van Leiden naar huis gestuurd
werden, is de oorzaak geweest dat er onrust bij de raad is ontstaan.
De wethouder heeft gezegd, dat spreker in een commissievergadering zou
gezegd hebben, dat de bestedingsbeperking wel een gunstig gevolg heeft, nl.
dat de machtspostie van de bouwvakpatroons hierdoor wat zou worden
verminderd. De wethouder meende op te moeten merken, dat spreker daar-
bij vergat dat daardoor ook aan de machtspositie van de bouwvakarbei-
ders paal en perk wordt gesteld. Spreker wil er echter op wijzen, dat hij
in dezelfde geest gesproken heeft ten aanzien van de werknemers. Spreker
stelt het hier zeer nadrukkelijk, dat hij van oordeel is, dat een kleine ar-
beidersreserve, zowel voor de werknemers als voor de werkgevers als in
het algemeen belang, nuttig is. De toestand zoals we die de laatste jaren
hebben gekend, acht spreker niet gezond, ook al kunnen sommige groepen
werknemers daardoor een hoog loon verdienen. Spreker zal thans van deze
zaak niets meer zeggen en er ook niet meer op terugkomen.
De heer Verspoor merkt op, dat de wethouder gezegd heeft, dat tarief-
loon gedeeltelijk zwart loon is. Spreker is dat niet met hem eens, omdat
de verrichte werkzaamheden volgens een bepaald tarief worden betaald.
Spreker heeft dat op grote werken geïnformeerd. Het systeem werkt uit-
stekend. Het bouwwerk in Haarlem Noord dat spreker heeft aangehaald,
wordt ook in tariefwerk uitgevoerd. Voor de kwaliteit van het werk heeft
de aannemer van burgemeester en wethouders van Haarlem een compli-
ment gehad.
Spreker is het met de wethouder eens dat de grondlonen voor de bouw-
vakarbeiders te laag zijn, maar hij gelooft niet dat er in Heemstede één
bouwvakarbeider met 60,in de week naar huis gaat. Het komt er eigen-
lijk op aan, dat in een zodanig tarief wordt gewerkt dat het voor alle par-
tijen, aannemer en werknemers, voordelig is. Hoe eerder het werk klaar
is hoe voordeliger dat ook is voor degene die laat bouwen, in dit geval de
gemeente. Dat is eigenlijk het grondbeginsel.
Naar aanleiding van het door de heer Zegwaart genoemde geval van het