223 28 november 1957. kunnen nu ook weten dat deze bouw met moeite voortgang heeft en dat burgemeester en wethouders alles doen om het werk zo vlug mogeiijk kiaar te krijgen. Spreker gelooft dat de raad deze zaak tot haar gewone propor- ties moet terugbrengen en daarin niet moet overdrijven. De heer van Lent, wethouder, zal op de door de heer Zegwaart genoemde gevaiien van slechte huisvesting niet ingaan, omdat het zijn afdeling niet is. Spreker heeft alieen gemeend te moeten opmerken, dat de genoemde droevige toestanden niet direct op Heemstede siaan. Het is burgemeester en wethouders wei bekend dat er ook in Heemstede toestanden bestaan op het gebied van de huisvesting, die hen verontrusten. Uit sprekers antwoord moet de heer Zegwaart niet het idee krijgen dat burgemeester en wethou- ders niet op de hoogte zouden zijn. Dat spreker zich in commissievergaderingen bij de beantwoording van vragen over dit werk er met een Janje van Leiden zou hebben afgemaakt, meent spreker te mogen ontkennen, temeer waar de heer Kooijmans zo- juist heeft verklaard dat de leden van de betreffende commissies in de vergaderingen op de hoogte zijn gesteid van de gang van zaken. Spreker heeft er echter in het minst geen bezwaar tegen dat de vragen zijn gesteid en dat de zaak in het openbaar wordt doorgesproken. Spreker onderschrijft gaame de woorden van mevr. van Nispen nl. dat hier van force majeure sprake is. De heer Zegwaart heeft gezegd dat hij in de commissievergadering niet alleen gesproken heeft over de machtspostie van de bouwondernemers maar ook over de machtspostie van het bouwbedrijf, waarbij hij de arbeiders betrokken heeft. Spreker heeft dat toen er niet uit begrepen, maar ais de heer Zegwaart het zo bedoeld heeft dan neemt spreker daar direct genoe- gen mee. Nogmaais geeft spreker de heer Verspoor de verzekering, dat hij het werken in tarief met hem in een commissievergadering wil bespreken. Spreker acht het ioon van een bouwvakarbeider, zijnde 64,per week met eventueei secundaire arbeidsvoorwaarden, te laag. De heer van Bruggen hoopt dat burgemeester en wethouders in het ver- volg in voorkomende gevaiien de raad met de gang van zaken op de hoogte zullen houden. Spreker hoopt dat dat in de toekomst niet meer nodig zal zijn, maar mocht in de toekomst weer een dergelijke stagnatie optreden, dan hebben burgemeester en wethouders er geen bezwaar tegen om de raad op bepaalde tijdstippen op de hoogte te houden. De heer Reijnders heeft over de organisatie van het werk gesproken en de aannemer als een recidivist betiteld. Men moet echter niet vergeten, dat het arbeidersvraagstuk en het materialenvraagstuk zich vooral begin 1956 sterk heeft toegespitst door de grote bouwwerken die in Amsterdam, Haarlem, Velsen werden ter hand genomen, waardoor veel arbeiders wer- den weggezogen. Burgemeester en wethouders hebben de aannemer heus niet maar iaten roetkoeken, zoals de heer Reijnders opmerkte. Spreker weet niet of dit iatijn is. Men moet wel degelijk de moeilijkheden van de aannemer in het oog houden en spreker heeft nooit het idee gehad dat er ten aanzien van dit bouwwerk van een sanatorium sprake was. Ais spreker op het werk kwam kreeg hij altijd de indruk dat er behoorlijk gewerkt werd. Er staat wei eens een arbeider in een hoekje, maar dat komt ook voor als in tarief gewerkt wordt. Aivorens het debat te eindigen, wil de Voorzitter nog even ingaan op de door de heer Zegwaart genoemde huisvestingsgevaiien. Spreker gelooft dat alle leden van de raad wel overtuigd zijn van het feit, dat het coiiege ten volle begrip heeft voor de grote nood die er ook in deze gemeente op wo- ninggebied nog altijd heerst. Het tweede door de heer Zegwaart genoemde noodgevai is reeds door de heer Verspoor gecorrigeerd. Het andere geval was een kwestie van onderlinge ruzie. Het moet spreker wel van het hart,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 12