28 november 1957.
220
vindt zijn oorzaak in het feit, dat in november langzamerhand het schilder-
werk vermindert. De aanleg van centrale verwarming vooral gaf grote
stagnatie in de bouw. De heer Verspoor zal dit zeker willen beamen.
Dat de organisatie van het werk misschien wel iets te wensen heeft over-
gplaten, zoals de heer Zegwaart veronderstelt, ontkent spreker niet. Het
gaat dan niet over de organisatie van de architect, de opzichter of directeur
van openbare werken, maar over die van de aannemer. Deze had beter
kunnen zijn. Burgemeester en wethouders hebben van het begin van het
werk af sterk op bespoediging daarvan aangedrongen, maar zij hebben
geen kans gezien om de duur van het werk te bekorten.
De heer Zegwaart heeft gesproken over een renteverlies van f 60.000,
Bij iedere bouw heeft men te maken met renteverlies. Spreker wil er echter
op wijzen, dat, indien de bouw lang duurt, de termijnbetalingen ook later
plaats vinden, zodat niet over de gehele bouwsom renteverlies geleden
wordt doch alleen over het deel waarvoor betaling is geschied. Eind mei
was ongeveer de helft van de huizen bewoond, waarvan natuurlijk huur is
getrokken. In de nota van burgemeester en wethouders d.d. april wordt er
op gewezen, dat de huren hoger moeten worden. Voor het grootste deel
wordt dit veroorzaakt doordat het rentepercentage van 3/ op 4 is ge-
bracht. Spreker hoopt dat het percentage bij het vaststellen van de huren
nog 4 zal zijn, ofschoon hij daar aan twijfelt.
Ten aanzien van de garages merkt spreker op, dat bij het toewijzen van
garages ook rekening moet worden gehouden met de toewijzing van de
woningen. Men kan moeilijk een garage gaan toewijzen voordat er een
woning is toegewezen omdat het toch de bedoeiing is dat deze garages be-
stemd worden voor bewoners van deze huizen.
Voorts heeft de heer Zegwaart veronderstelt, dat deze aannemer niet vol-
doende goodwill had bij de leveraneiers van bouwmaterialen. Spreker wil
er echter op wijzen, dat de leveranciers in de afgelopen jaren een overvloed
van bestellingen hadden, zodat het uitermate moeilijk was om de bestelde
materialen op tijd te krijgen. Als gevolg van het feit dat er in de winter
1955-'56 7 weken vorst was, kon men niet met proefheien beginnen. Toen
het zover was kon men eerst bepalen welke heipaien nodig waren, maar
toen had men allerwege heipalen nodig. Een kleinigheid, maar het heeft
vertraging opgeleverd.
De heer Verspoor heeft gezegd, dat het door burgemeester en wethouders
aangehaalde bouwwerk als vergelijking niet juist was. In het algemeen
hebben burgemeester en wethouders gezegd, dat bij een 6-taI complexen,
variërend van 58 tot 319 woningen, de opleveringstijd gemiddeld van 6.5
tot 2.4 dagen per woonhuis was. Dat zijn gegevens van zeer recente datum.
Bij een kortgeleden gehouden bespreking met Wederopbouw te Haarlem is
gebleken, dat praktisch overal de bouwwerken aanmerkelijk te laat wor-
den opgeleverd als gevolg van een gebrek aan behoorlijke materialen. Als
men genoegen neemt met een mindere kwaliteit dan gaat het even vlotter,
maar als men de materialen wenst die in het bestek zijn voorgeschreven,
dan geeft dat vaak stagnatie in de aflevering.
Ten aanzien van het door de heer Verspoor gesprokene over het werken
in tariefwerk, merkt spreker op, dat hij meent dat bij de bouw het sys-
teem van tariefwerk is toegepast, althans in verschillende onderdelen.
Spreker raadt de heer Verspoor aan uitermate voorzichtig te zijn met het
hier bespreken van tariefwerk, want over het tariefwerk in het bouwbedrijf
kan men een heel boek schrijven. Het tariefwerk wordt vaak gebruikt om
zwarte lonen wit te maken. Spreker wil dit onderwerp wel eens met de heer
Verspoor in een commissievergadering bespreken.
De heer van Bruggen vindt het jammer dat burgemeester en wethouders
niet eerder deze uiteenzetting aan de raad hebben voorgelegd. Spreker zou
het ook zo kunnen stellen: waarom heeft de raad niet eerder vragen ge-
steld. Dan was ook het antwoord van burgemeester en wethouders eerder