255 19 december 1957. Ter illustratie wil ik alleen enkele cijfers noemen: 'hXa. Voeding/door Heemstede van het Gemeentefonds240.53 Uitkering per inwoner over het gehele land97,— ""TtM+A Uitkerin& Per inwoner aan Heemstede46.82 yk Commentaar lijkt mij hierbij overbodig. C Zoals gezegd geeft het begrotingsbeeld zelve weinig reden tot vreugde en ik moge hieraan toevoegen nôch tot optimisme ten aanzien van de naas- /Jj;, te t°ekomst, zolang de gemeentelijke autonomie geknecht blijft en de fcentrale overheid de beslissing aan zich houdt, wat de gemeenten wêl en wat zij niet mogen doen. Xk wil mij dan ook völmondig aansluiten bij de kritiek, welke ook heden is geult t.a.v. de overheidsinmenging in de gemeentelijke zaken. Het ver- leggen van een groot deel van de verantwoordelijkheid naar hogere over- heidsorganen, het voor allerlei beslissingen afhankelijk zijn van de goed- keuring door andere instanties, dit alles werkt remmend, zo niet verlam- mend op een normale ontwikkelingsgang, met alle funeste gevolgen van dien. Als wij daarbij bedenken dat de gemeentebesturen zodanig financieel aan banden zijn gelegd, dat vrijwel iedere zelfstandigheid op dit gebied verdwenen is, dan is het alleszins begrijpelijk, dat allerwege een groeiend gevoel van onbehagen wordt gewekt en tot uiting gebracht. Ook ons college zou gaarne in grotere mate tegemoet gekomen zijn aan bepaalde wensen en behoeften die op velerlei gebied bestaan en waarvan het de redelijkheid ten volle beseft, doch, gebonden als wij zijn aan allerlei voorschriften tot investerings- en bestedingsbeperking, gebonden ook aan het ernstig beroep van de regering om door uitstel van datgene wat niet direct noodzakelijk is, mede te werken aan een gezond economisch bestei van ons land, pâst ons géén ander standpunt dan zo groot mogelijke en zo loyaal mogelijke medewerking te verlenen aan de uitgesproken wens der regering, hoe kritisch wij overigens ook daar tegenover mogen staan. Het behoeft dan ook geen betoog, dat onzerzijds naarstig is getracht het oorspronkelijke tekort op de begroting ad f 485.000,— zoveel ais mogelijk was te verminderen, met het resultaat dat dit, mede dank zij een onvoor- ziene hogere uitkering uit het Gemeentefonds (ad f 56.000,terugge- bracht is kunnen worden tot f 315.000, Reeds bij de behandeling van de begroting voor 1957, in februari van dit jaar, heb ik gemeend te moeten waarschuwen tegen onmatige opvoering van het begrotingstekort, waardoor ook de reserve onmatig zou worden aangetast, en ook thans betekent wederaanstelling van kleuterhelpsters een uitgave, die aanleiding zou kunnen geven tot ongewenste financiële consequenties. Ik moge wat dit punt betreft verwijzen naar de bezwaren, welke door mij tijdens de raadsvergadering van 26 september j.l. namens het voltallige college naar voren zijn gebracht, bezwaren die ik ook thans nog onverminderd aanwezig acht. Ik ben het dan ook niet eens met de opvatting van degenen die naar voren hebben gebracht dat de economische toestand in den lande dermate verbeterd is, dat dergelijke uitgaven wel verantwoord zouden zijn. Ik wil daarvoor wijzen op hetgeen vrijwel dagelijks in de courant te lezen valt over de toeneming van de werkloosheid. Als we daarbij voegen de tragedie die zich in Indonesië voltrekt en die ongetwijfeld zijn terugslag zal hebben op het economische leven in ons land, dan zijn dat niet te verwaarlozen factoren. De symptomatische verschijnselen van de laatste 2 maanden geven m.i. nog geen aanleiding om een blijvende verbetering van de toe- stand te verwachten. De heer Reijnders heeft betoogd, dat het gemeentebestuur in een finan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 30