19 december 1957. 258 heid beheerst het leven in velerlei opzicht niet, kan het ook niet naar haar hand zetten, maar de overheid heeft een taak in dit leven waarin vele krachten uit vele bronnen vloeien en moeten blijven vloeien. Spreker zou dan met de heer Reijnders van gedachten kunnen wisselen over het bejaardenprobleem en hem zeggen, dat een bejaarde in de eerste plaats als het kan in de normale maatschappij moet blijven en niet op een gegeven ogenblik aan de overheid moet worden toegeschoven. Zo mag men dit probleem niet benaderen. Als het niet anders kan zal het moeten, maar het kan nooit de opzet zijn. Dit ligt echter niet op sprekers weg en daarom zal hij zich beperken tot die onderwerpen die wel op zijn weg liggen. De heer Verhoeven is met het college van oordeel, dat het niet eenvou- dig, eigenlijk niet mogelijk, zal zijn, om de afschrijvingspercentages te influenceren, zij het op andere gronden dan het college, maar over die gronden behoeft dan niet gediscuteerd te worden. Inderdaad voelt het col- lege het meest voor een zekere stabiliteit, ook met betrekking tot de be- drijfsresultaten. Tot sprekers genoegen heeft hij vanmorgen bij vernieu- wing kunnen constateren, een en ander tot geruststelling van de heer Reijn- ders zowel als van spreker, dat wat bij de bedrijven winst genoemd wordt, eenvoudig het resultaat is van een bepaald gebrekkig opgezet sommetje. Het is helemaal geen winst. Spreker maakt zich sterk, dat, wanneer de bedrijven zijn persoonlijk eigendom waren, hij dit jaar heel weinig belas- ting zou betalen. Hij zou echter nimmer bij de fiscus met een rekening aankomen zoals die hier is opgezet, zodat men zou kunnen zeggen: deze bedrijven maken toch maar 2 ton winst. Als men eenvoudig voor de toe- komst de ogen sluit en de gedachte koestert ,,wie dan leeft wie dan zorgt, ik zal wel zien wat het kost", dan is dat natuurlijk een in geen enkel bedrijf te verdragen gang van zaken en een volkomen ongezonde redenering. Na- tuurlijk zou men moeten reserveren voor vernieuwingen. De meeste leidin- gen, kabels en buizen zijn een jaar of 40 in gebruik, terwijl de gebouwen er ook 40 jaar of langer staan. In velerlei opzicht zijn wij aan vernieuwin- gen toe. De raad weet uit gedane voorstellen in het verleden, hoeveel het kost wanneer men iets moet gaan vernieuwen. Wij hebben niet gereser- veerd. Hoogstens zit in de overschotten die wij in de afgelopen jaren hebben gekweekt, iets van deze reserve versmolten. Deze reserves zullen volkomen nodig zijn om nieuwe en zwaardere leidingen te leggen. Onze gemeente breidt zich uit en het gebruik van elektrische apparaten neemt hand over hand toe. De bedrijven moeten hierbij worden aangepast. De heer Verhoeven heeft het ambtenarenreglement in de biologische beeldspraak gebracht. Hij is daarvan in blijde verwachting. Het is echter in de biologie zo, dat het primitieve kort draagt en wat meer ontwikkeld is, langer. Spreker kan echter wel zeggen, dat het concept van het ambte- narenreglement klaar is en dat het eollege reeds maatregelen heeft ge- nomen om dit binnen zeer afzienbare tijd aan de raad voor te leggen. De heer van Bruggen heeft nog gewezen op de nieuwe toepassingen die met betrekking tot de energievoorziening in de toekomst verwacht mogen worden. Ook het college volgt dit alles nauwgezet. Burgemeester en wet- houders hopen, wanneer het zover is, dat een soepele aanpassing, ook met betrekking tot de personeelsbezetting, mogelijk zal zijn en dat zij alsdan niet voor al te grote moeilijkheden zullen komen te staan. De heer Reijnders heeft nog geïnformeerd naar de elektriciteitstarieven. Juist vanmorgen is het gevraagde rapport hierover binnengekomen. Spre- ker heeft het rapport even vluchtig doorgenomen, maar kan er nog weinig van zeggen omdat het college het niet gezien heeft. Het rapport biedt hier en daar wel perspectieven, zet ook wel enige misvattingen recht en corri- geert enige dwalingen. Het zal natuurlijk bij onze verdere stappen in dit alles een rol spelen en ter zijner tijd ter kennis van de raad worden ge- bracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 33