281 19 december 1957.
spaak in het wiel was gestoken. Maar ook langs meer officiële weg zullen
burgemeester en wethouders trachten deze omzetting te doen voortgaan.
De heer van der Linden heeft nog een kritische opmerking laten horen
over het inschakelen van Openbare Werken bij de onderhoudswerken van
de bedrijven. Hij heeft zich daarbij afgevraagd of het contact wel vol-
doende is. Spreker kan verzekeren dat dit inderdaad het geval is. Bij oude
gebouwen komt het herhaaldelijk voor, dat plotseling mankementen wor-
den ontdekt. In verband met de noodzakelijke verbouwing van het maga-
zijn, is de hele zaak nog eens bekeken, waarbij bleek, dat het dak nogal
zwak was. Dan komt zo'n post op een gegeven ogenblik naar voren. Dit
is niet precies te timen. In elk geval bleek het nu noodzakelijk dat deze
reparatie plaats vindt, zodat daarvoor een krediet wordt aangevraagd.
Van even gauw tussenschuiven is geen sprake.
De heer Hopstaken heeft nog gesproken over het winkeltarief. Ook het
zo juist genoemde rapport wijdt hieraan een paar zinsneden, waaruit blijkt,
dat het nog wel mogelijk is in dit opzicht iets meer te doen dan reeds bij m
de laatste tariefswijziging is gedaan. Spreker weet dat er in dit opzicht
wensen zijn gebleven. Het is ook hier weer: tevreden maar nog niet vol-
daan. Spreker hoopt dat het nog eens zover komt, dat de heer Hopstaken
kan zeggen: niet alleen tevreden, maar ook voldaan.
De heer Mr. Zeelenberg vraagt of hij de wethouder goed begrepen heeft,
dat, als blijkt dat de elektrische installatie niet in orde is, en men voor de
waarschuwing O.I. doof blijft, er dan te kennen wordt gegeven dat men het
huis kan gaan bewonen maar dat de gemeente niet de verantwoording
neemt
De heer Mr. van Wijk, wethouder, antwoordt, dat dit in somige gevallen
een soepelheidsuiting kan zijn. Natuurlijk neemt de gemeente nooit ver-
antwoording voor de elektrische leidingen van particuliere huizen. Wan-
neer aansluiting apert gevaarlijk is, gebeurt ze niet. Maar mede door grote
aandrang, zowel van de zijde van de raad als ten dele ook uit het college,
is wei eens aangesloten en wordt op het moment ook wel eens aange-
sloten, ook wanneer we met het boekje in de hand kunnen zeggen, het
deugt hier niet, daarmede tegemoetkomend aan de bezwaren, o.a. hierin
bestaande dat een nieuwe bedrading 4 f 500,zal kosten. Maar de ge-
varen moeten niet ongezegd blijven. Men moet weten wat men doet. Het
is struisvogelpolitiek om te zeggen dat alles in orde is als het niet zo is.
Er wordt inderdaad in zulke gevallen nog wel eens aangesloten, maar dan
met de waarschuwing, dat niet teveel elektrische kachels tegelijk worden
aangezet en niet teveel apparaten op één groep worden ingeschakeld.
De heer Mr. Zeelenberg meent hier toch een waarschuwende stem te
moeten laten horen. Wanneer men nl. de elektrische installatie niet in orde 4
bevindt, dan is men ên tegenover de eigenaar ên tegenover de assuradeur
niet verantwoord. Spreker zegt dit niet als een grapje maar ernstig ge-
meend. Het aantal branden dat in oude panden voorkomt is legio. Men moet
hier dus wei degelijk de grootste voorzichtigheid in acht nemen en wan-
neer men dus constateert dat de boel niet in orde is, dan moet men zekere
waarborgen hebben dat het in orde komt.
De heer Drs. Weijers vraagt of de heer Zeelenberg met ,,men" bedoelt
de assuradeuren of de gemeente. Z.i. moet de verzekeringsmaatschappij
zorgen dat de zaak in orde is, anders moet hij niet verzekeren.
De heer Mr. Zeeienberg zegt, dat dit niet kan want het pand is in de
regel al verzekerd. Een goede verzekeringspoiis dekt ook schade wat men
dan in de praktijk noemt: eigen gebrek en eigen schuld. Maar de verzeke-
raars weten dit niet. Zij varen op het kompas van een goed geoutilleerde
en als bona fide bekend staande gemeente. Wanneer de verzekeraars dus