19 december 1957.
286
schouwingen, heeft spreker al opgemaakt, dat het bouwen van 2 dienst-
woningen bij de gemeente-reiniging thans financieel niet mogelijk is, omdat
dit premie-bouw zou moeten worden. Spreker zou er toch op willen aan-
dringen om, zodra de gemeente weer in de geiegenheid is om premie-
woningen te bouwen, ook deze 2 woningen hierin te betrekken. Naar spre-
ker meent te weten liggen de plannen voor deze 2 woningen al klaar.
Spreker is van mening dat iedere woning die gebouwd kan worden, ook
gebouwd moet worden. Daar komt nog bij, dat men in kleine aannemers-
kringen om werk zit te springen. De indertijd voor deze woningen opge-
geven prijs lag te hoog, maar mogelijk maakt het thans verschil uit
dat er niet meer zo volop werk in de bouwvakken is. Als deze woningen
worden gebouwd, wordt daarmede naar verschillende kanten een goed werk
gedaan.
De bouw van een dienstwoning bij de kweektuin in Groenendaal is vol-
gens burgemeester en wethouders niet mogelijk, omdat het uitbreidingsplan
dit in de weg zou staan. Spreker vraagt zich af hoe dat mogelijk is, want
100 m van de kweektuin af, wordt wel een tuinmanswoning gebouwd. Spre-
ker acht de bouw van een dienstwoning bij de kweektuin noodzakeiijk. Bij
direct opkomend vriezend weer, bij harde wind etc. moet iemand onmiddel-
lijk die maatregelen nemen die op dat moment nodig zijn. Degene die nu
hier de verantwoording voor draagt, moet bij nacht en ontij op zijn brom-
fiets er op uit indien zijn aanwezigheid vereist is. Spreker gelooft, dat
het alleszins gerechtvaardigd is, dat burgemeester en wethouders alles in
het werk stellen om tot stichting van deze en de andere dienstwoningen
te komen.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat, als de dienstwoningen in
premiebouw moeten worden gebouwd, de huur van deze woningen dus-
danig hoog moet komen te liggen, dat de mensen die deze woningen zou-
den moeten betrekken, haar niet zouden kunnen betalen of de raad zou
bereid moeten zijn daarop een aanmerkelijke reductie te geven. Het is niet
noodzakelijk dat de 2 dienstwoningen bij de gemeente-reiniging worden
gebouwd omdat de mensen die oorspronkelijk bestemd waren om deze
woningen te bewonen, inmiddels in de naaste omgeving van de gemeente-
reiniging huizen zijn toegewezen. Met de heer van der Linden is spreker
het eens, dat iedere mogelijkheid om tot bouwen te komen, moet worden
aangegrepen, zij het dan dat deze 2 woningen niet direct een leniging
van de woningnood inhouden.
Ook spreker is van mening dat de bouw van een dienstwoning bij de
kweektuin noodzakelijk is. De kwekerij moet eigenlijk dag en nacht onder
controle staan hetgeen vooral in vorstperiodes sterk speelt. Spreker zou
zelfs bereid zijn in dit geval een gedeelte van de huur ten laste van de
gemeente te brengen. Er zullen zich hier wel moeilijkheden met het uit-
breidingsplan voordoen, maar het is te proberen om hier een oplossing
voor te vinden.
De Voorzitter wil er op wijzen, dat het plan in hoofdzaak indertijd alleen
maar de goedkeuring van gedeputeerde staten kon verwerven indien het
terrein tegenover het Manpad onbebouwd zou blijven. Spreker gelooft dan
ook niet, dat er voor de bouw van een dienstwoning bij de kweektuin enige
kans van slagen bestaat.
De heer van Lent, wethouder, oppert de mogelijkheid om deze woning
in Meer en Berg te bouwen, vlak in de nabijheid van de kweektuin.
De heer van der Linden kan zich voorstellen, dat men in algemene zin
zegt, dat daar niet gebouwd mag worden. Hier staan echter al kassen, een
bergplaats, etc. Er is dus al gebouwd. Als daar een woning bij gebouwd
wordt, dan vormt het een met het ander een geheel. Dit is z.i. niet een
vorm van bouwen zoals die door de Planologische Dienst wordt bedoeld,