287
19 december 1957.
nl. dat dit terrein geheel met woningen wordt bebouwd.
De wethouder heeft verder gezegd, dat de mensen die voor de dienst-
woningen bestemd waren, al een woning hebben toegewezen gekregen.
Spreker merkt op, dat als die mensen nu toch in een dienstwoning worden
geplaatst, hun woningen weer door anderen kunnen worden betrokken.
Sprekers aandringen lijkt misschien wat overdreven maar dit is een ge-
volg van de grote nood die er op dit terrein bestaat. Als burgemeester en
wethouders met een voorstel zouden komen om een zeker deel van de
huur voor rekening van de gemeente te nemen, daarbij rekening houdend
met de draagkracht van hen die deze woningen moeten bewonen, dan zou
de raad moeten uitmaken of hij hierin wil tegemoet komen. Het gaat er
bij spreker maar om, of burgemeester en wethouders, wanneer de finan-
ciering van de bouw weer mogelijk is, bereid zijn, deze plannen nog eens
ernstig onder de loupe te nemen.
De heer van Lent, wethouder, zegt toe, dat deze zaak nog eens nader
zal worden bezien.
Punt 34.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat burgemeester en wethouders bij de be-
antwoording van deze vraag mededelen, dat zij nog geen standpunt heb-
ben ingenomen t.a.v. de vraag of de stichting van een bejaardencentrum
een taak van de gemeente is. Het college wil deze aangelegenheid eerst
van alle kanten bezien. Hierbij moet in het oog gehouden worden, dat het
aantal bejaarden van de in Heemstede gevestigde rusthuizen, dat tot de
oorspronkelijke bevolking van Heemstede behoort, vrij klein is. Bij de
bezoeken van de commissie voor de volksgezondheid aan de rusthuizen
in onze plaats, bleek wel, dat het overgrote deel van de daar wonende
bejaarden van elders komt, waarbij de verzorging mede gefinancierd wordt
door bijdragen van de gemeenten van herkomst. Het aantal bejaarden in
onze gemeente wordt op deze wijze kunstmatig verhoogd. Het is daarom
dus de vraag, of het aantal bejaarden in Heemstede wel zodanig is, dat
er voor de gemeente aanleiding bestaat om zelf een bejaarden-centrum
te stichten.
In onze gemeente zijn een tweetal grote rusthuizen die uitgaan van
kerkelijke instanties. Het is te verwachten dat binnenkort nog 2 3 van
dergelijke rusthuizen zullen worden gebouwd. Het is spreker gebleken,
dat de bouwcommissies van deze rusthuizen enigermate klagen over een
tekort aan medewerking van de zijde van de gemeente. Of dit een kwestie
is van niet willen of niet kunnen weet spreker niet. Hij kan zich echter
voorstellen, dat de gemeente moeilijkheden heeft met de Planoiogische
Dienst over de wijze van bebouwing van de daarvoor bestemde gronden.
Spreker dringt aan op een initiatief van de zijde van burgemeester en wet-
houders waardoor de bestaande impasse kan worden doorbroken en de
bouwcommissies in staat gesteld worden om hun plannen voortgang te
doen vinden.
De verzorging van bejaarden behoort zoveel mogelijk in particuliere
handen te blijven. Indien daarin tekort wordt geschoten dan eerst komt
de gemeente aan de beurt om hier op te treden. Op het ogenblik is het
beter af te wachten in hoeverre de kerkelijke instanties in deze verzorging
slagen.
Mevr. van der Meulen zegt, dat bij bezoek aan de particuliere rusthuizen
gebleken is, dat toch wel aan de verzorging van de bejaarden aandacht
moet worden besteed. Hieruit is voortgevloeid, dat er een verordening op
het toezicht op de rusthuizen is vastgesteld. Het is al gebleken, dat dit toe-
zicht preventief blijkt te werken. Het is echter niet zo, dat, wanneer men
het toezicht op de particuliere rusthuizen verbetert, men daarmede de
bezwaren die aan die rusthuizen kleven, heeft opgeheven. Er zijn zeer