J
m
f
1
19 december 1957.
292
106.
Voorstel tot voorlopige opschorting van de uitvoering van het raads-
besluit tot wederaanstelling van kleuterheipsters.
De heer Mr. Dr. van Bruggen wil even zijn stem motiveren. Hij zal niet
terugkomen op de beschouwingen die hierover zijn gehouden. Het is niet
mogelijk gebleken om een modus te vinden, door bijv. een schaal te maken
betrekking hebbende op het aantal leerlingen in verhouding tot het aantal
kleuterleidstersDoor het eenmaal genomen raadsbesluit is een bepaalde
situatie geschapen. Het komt spreker staatkundig juist voor, dat een be-
sluit van de raad moet worden geëerbiedigd en dus moet worden uitge-
voerd. Hij kan niet aanvaarden dat een eenmaal genomen besluit enige
maanden later weer wordt ingetrokken. Op deze grond zal spreker zijn
stem aan het voorstel van de heer Verhoeven e.a. geven.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat het voorstel van de heer Verhoeven
e.a. is aangenomen met 106 stemmen.
Tegen het voorstel stemden de heren Brink, Dijkstra, Kooijmans, Zee-
lenberg, van Houten en van Wijk.
Punt 49. Volgno. 470. Verstrekking van gemeentewege van schoolmelk.
De heer Verhoeven zegt, dat hem uit informaties gebleken is, dat bij het
onderwijzend personeel toch wel enorm veei bezwaren tegen de verstrek-
king van schoolmelk bestaan. Spreker wil er nogmaals op wijzen, dat van
de zijde van het ministerie van sociale zaken niet wordt ingezien, dat de
verstrekking van melk tot de taak van de overheid behoort. Het ministerie
meent dat dit een taak is van de ouders. Om die reden is spreker tegen
het verstrekken van melk op school. Als deze begroting wordt aangenomen,
wil spreker geacht worden, zijn stem tegen de verstrekking van schoolmelk
te hebben uitgebracht.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat de ter inzage gelegde adviezen van de
Voedingsraad en de schoolartsen er op wijzen, dat melk zo goed is voor
de gezondheid van de kinderen. Dit zal wel door niemand ontkend worden.
Maar er wordt niêt gezegd, en daar weet men eigenlijk erg weinig van af,
omdat men volgens de deskundigen geen vergelijkende gegevens heeft, dat
de verstrekking van schoolmelk inderdaad gunstig werkt op het onderwijs.
Hierom en omdat veel moeilijkheden aan het verstrekken van melk op
school verbonden zijn, zou spreker toch wel bezwaar hebben om hiermede
voort te gaan. Spreker is het met de heer Verhoeven eens, dat het ver-
strekken van melk geen taak is voor de overheid maar voor het gezin.
Mevr. van der Meulen verheugt het, dat de vorige sprekers hebben toe-
gegeven, dat het verstrekken van melk op school voor de groei van het
kind toch wel zeer belangrijk is. Spreekster is het eens met het standpunt
van burgemeester en wethouders dat deze winter de schoolmelkverstrek-
king wordt voortgezet en dat men zich hierover nog nader zal beraden.
De Voorzitter zou het inderdaad een ingrijpende maatregel vinden wan-
neer met de verstrekking van schoolmelk plotseling zou worden opge-
houden. Bij de vraag wat in de toekomst moet worden gedaan, zullen ver-
schillende belangen moeten worden afgewogen. Het is natuurlijk voor het
kind gezond ais het melk op school drinkt. Het is echter primair een taak
voor de ouders om te zorgen dat het kind voldoende melk krijgt. Wat het
belang voor het onderwijs betreft, merkt spreker op, dat in de gegeven
adviezen tot uiting komt, dat het voor het kind goed is dat het in het
speelkwartier, nadat het dus een paar uur les heeft gehad, iets krijgt.
Zoals wij ouderen niet graag ons kopje koffie zouden willen missen en het
«119