20
10 januari 1958
ten in de exploitatieopzet worden opgenomen die moet worden ingediend
bij de directie voor de volkshuisvesting en bouwnijverheid. Het is daarom
onmogelijk om een beslissing hierover tot later datum uit te stellen. Laat
men de besiissing aan de bewoners over, dan loopt men de kans dat er
veel kippenhokken komen te staan en dat is niet de bedoeling.
Mevr. van Nispen zegt, dat een goed resultaat afhangt van de manier
waarop het idee aan de bewoners wordt voorgelegd. Zij moeten voor een
keus gesteld worden van enige manieren hoe het binnenterrein is te be-
nutten. De enquêteformulienen moeten dan vôör een vastgestelde tijd bin-
nenkomen waarna er een keus kan worden gemaakt.
De heer van Lent, wethouder, vreest, dat op 30 bewoners van een blok
er misschien 15 verschillende ideeën zullen komen.
De heer van der Linden is het volmaakt eens met hetgeen de heer Ver-
spoor over de aanlag van een speelweide heeft gezegd.
Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Zeelenberg wijst spre-
ker er op, dat uit de tekeningen blijkt, dat alle bewoners een eigen tuintje
hebben, waarop dan uiteraard een schuurtje is geprojecteerd, maar dat
het daarnaast in het voornemen ligt van het binnenterrein een plantsoen
te maken. Als men in plaats van een eigen tuin een algemene tuin aanlegt,
waarvoor de bewoners dan een zekere vergoeding betalen, dan kan spreker
dat toejuichen. Maar hier is sprake van een plantsoen naast eigen tuinen
van de bewoners, Het moge waar zijn dat niet iedereen van dit plantsoen
zal kunnen genieten zoals dat met de plantsoen langs de wegen het geval
is, maar spreker vindt het niet zo erg dat de bewoners van deze huizen
nu ook eens van een plantsoen kunnen profiteren zonder dat zij daarvoor
apart moeten betalen. Als het plantsoen wordt aangelegd zoais de wet-
houder het heeft gezegd, dus een grasveld met wat bomen, heesters en
banken, met desnoods een paadje er door, dan kunnen de moeders met
hun kleine kinderen daar fijn van profiteren. Als men gaat toestaan dat
men over het gras maar raak mag lopen en spelen, dan krijgt men het-
zelfde als in de componistenbuurt waar het is voorgekomen dat een vader
met 2 dochters in het plantsoen aan het baispelen was. Op de duur is
de grasmat daar niet tegen bestand. Men trekt daardoor kinderen uit de
omgeving aan en dan wordt het een bron van veel onenigheid. Spreker
gelooft dat hier het beste een plantsoen kan worden aangelegd, waarin
men dan kan lopen en kan gaan zitten. Een speelgelegenheid zal toch gro-
ter moeten zijn dan die welke daar tussen de huizen gemaakt kan worden.
Omdat spreker niet van de zijde van burgemeester en wethouders ge-
hoord heeft dat zijn voorstel onaanvaardbaar is, handhaaft hij zijn voor-
stel om de kosten van aanleg en onderhoud van het binnenterrein voor
rekening van de gemeente te nemen.
De heer Reijnders zegt, dat zijn fractie nog steeds voorstandster is van
het maken van een speelweide waarin geen speelwerktuigen zullen komen
en waarop niet gevoetbald mag worden. Zoals de wethouder al heeft ge-
zegd kunnen daar wat banken geplaatst worden. De kleuters kunnen dan
op de weide spelen en de moeders kunnen wat toezicht houden. Kinderen
van 11 jaar en ouder spelen liever niet onder moeders toezicht. Die gaan
wel ergens anders spelen.
De heer Zegwaart weet wel, dat, zoals het bouwplan nu ontworpen is,
het heel moeilijk zal zijn om op de plaats van de geprojecteerde garages
woningen te bouwen. In tegenstelling met de wethouder, die van mening
is dat voor het bedrag dat met de bouw van de garages gemoeid is mis-
schien 2 woningen kunnen worden gebouwd, is spreker van oordeel dat
daar zeker 4 woningen voor gebouwd zouden kunnen worden. Maar al was
het maar één woning, dan zou er toch weer een geval van woningnood