8
10 januari 1958.
dane verzoek zo redelijk, dat het zijn volle sympathie heeft. Op grond
daarvan wil hij het voorstel van het college gaarne steunen.
De Voorzitter meent, dat de wens van de heren Verspoor en Brink om
nu ook aan enige kleinere bedrijven vergunning te geven met dit voorstel
niets te maken heeft. Spreker wijst er op, dat de raad eens in de 5 jaar
aan de Kroon kan verzoeken om in het aantal vergunningen wijziging te
brengen. Het laatst was hiervoor gelegenheid in 1955. Eerst in 1960 zou
de raad dus weer kunnen verzoeken om het maximum aantal vergun-
ningen te verhogen, om zodoende de mogelijkheid te openen een of meer-
dere nieuwe vergunningen te verlenen. De praktijk leert echter, dat een
dergelijk verzoek zo goed als nooit wordt ingewilligd. S"preker brengt in
herinnering de grote moeilijkheden die overwonnen moesten worden om
in het Verversingshuis in Groenendaal een vergunning te krijgen. Maar,
aldus spreker, gesteld dat de raad het besluit zou nemen om de Kroon te
verzoeken het maximum aantal vergunningen met 2 te verhogen en hierin
zou worden bewilligd, dan zou dit geen ander gevolg hebben dan dat er
slechts 2 slijtvergunningen zouden kunnen worden uitgereikt, omdat de
nos. 1 en 2 van de lijst van candidaat-vergunninghouders beiden een slijt-
vergunning hebben aangevraagd. De zaken die de heren Verspoor en Brink
op het oog hebben zouden dan nog niet geholpen kunnen worden.
De vergelijking die de heren Verspoor en Brink hebben gemaakt tussen
de beide soorten zaken gaat volkomen mank. De heer van Bruggen heeft
zeer juist geattendeerd op de bijzondere functie die ,,Nieuw Berkenrode"
in deze gemeente wil gaan innemen en reeds inneemt. Burgemeester en
wethouders hebben gemeend dat het verantwoord en dringend gewenst is.
dat voor Nieuw Berkenrode, met toepassing van artikel 8, le lid der
Drankwet, een vergunning boven het maximum wordt verleend.
De heer Brink vraagt hoe Bloemendaal dat dan gedaan heeft? Daar is
aan alle caféhouders een vergunning gegeven. Er is er geen een meer
zonder vergunning. Dit is een gevolg van het feit dat de gemeente inmid-
dels meer dan 20.000 inwoners telt. De voorzitter kan het zelf gaan infor-
meren.
De Voorzitter acht hetgeen de heer Brink zegt, onmogelijk. Op zo goed
als alle verzoeken van gemeentebesturen die in 1955 zijn gedaan om het
maximum aantal vergunningen te verhogen, is afwijzend beschikt. Het
is volkomen onjuist dat, zoals de heer Brink suggereert, Bloemendaal
dat eigener beweging heeft kunnen bewerkstelligen.
De heer Brink veronderstelt, dat er een splitsing heeft plaats gehad
van volledige vergunningen in vergunningen A en B. (tap- en slijtvergun-
ningen. Red.).
De Voorzitter acht dit nogmaals onmogelijk. Hij verzoekt de heer Brink
bewijzen over te leggen.
De heer Brink gelooft niet dat hij in dit geval met bewijzen moet komen,
Hij heeft alleen maar gevraagd of het college deze zaak eens in ogen-
schouw wil nemen.
De Voorzitter antwoordt dat de heer Brink de zaak positief heeft ge-
steld. Als men de wet kent zal men kunnen begrijpen dat Bloemendaal niet
zo maar vergunningen kan uitreiken.
De heer Verspoor zegt, dat het betoog van de voorzitter voor hem wel
verhelderend heeft gewerkt. Spreker verzoekt vooral de kleinere zaken
voor het houden van bruiloften gelegenheid te blijven geven. Het is voor
deze zaken een deel van hun broodwinning.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.