77
2e Afd.
26 juni 1958.
VIERDE WIJZIGING JAARWEDDEREGELING AMBTENAREN.
Aan de Raad,
In ons voorstel, behorende bij Uw besluit van 10 januari 1958, no. 6, tot
tweede wijziging van de jaarwedderegeling ambtenaren betreffende de
verhoging van de salarissen voor de z.g. topfunctionarissen, hebben wij er
onze teleurstelling over uitgesproken, dat er toenmaals geen mogelijkheid
aanwezig was om tegemoet te komen aan de naar onze mening gerecht-
vaardigde verlangens van de lagere en middelbare ambtenaren met be-
trekking tot verhoging van hun salariëring.
Nadat door de regering het overleg over deze materie heropend was
werd uiteindelijk omtrent enkele salarisvoorzieningen voor deze groepen
van ambtenaren met de grootst mogelijke meerderheid van de organisaties
overeenstemming bereikt.
Het resultaat van een en ander voor het gemeentepersoneel is ons mede-
gedeeld in de circulaires van de minister van binnenlandse zaken c.a. d.d.
11 maart 1958, no. U 28071, 10 april 1958, no. U 28205 en 8 mei 1958,
no. U 28341.
Aan de werklieden kan, indien tot invoering van werkclassificatie en
prestatiebeloning wordt overgegaan, in afwachting van de toepassing van
deze maatregelen een overgangstoeslag van 3 worden toegekend. Over
dit onderwerp zullen wij U een afzonderlijk voorstel doen toekomen.
In genoemde circulaire van 8 mei 1958 worden de maatregelen vermeld,
welke ingaande 1 april 1958 voor de lagere en middelbare ambtenaren
kunnen worden getroffen. Deze maatregelen komen in hoofdzaak op het
volgende neer.
1. De salarisschalen mogen worden verlengd op dezelfde wijze als dit ten
aanzien van de rijkssalarisschalen is geschied en wel met de volgende
periodieke verhogingen:
voor de rangen van typiste tot klerk: 1 van 168,
voor de rangen van klerk tot en met commies A: 1 van /162,
voor de rang van hoofdcommies: 1 van /348,en
voor de rangen van hoofdcommies A en B: 2 van /348,
2. Aan de ambtenaren tot en met de rang van adjunct-commies kan in-
gaande 1 april 1958 een extra periodieke verhoging worden toegekend.
3. Aan de ambtenaren in de rang van adjunct-commies A tot en met
hoofdcommies kan ingaande 1 april 1958 het nieuwe maximum worden
toegekend en aan de hoofdcommiezen A en B de eerste van de twee
nieuwe periodieke verhogingen, mits al deze ambtenaren op genoemde
datum een jaar of langer het oude maximumsalaris hebben genoten.
Het voorgaande geldt eveneens voor de overeenkomstige technische en
andere rangen.
Wij herinneren er aan, dat de minister van binnenlandse zaken enkele
malen aangedrongen heeft op verhoging van de bedragen der periodieke
verhogingen voor de salarisklassen XII (commies A) en daarboven tot
156,per jaar, welke bedragen thans 144,groot zijn. Door ons col-
lege werd toegezegd, dat met de suggesties van de minister rekening zou
worden gehouden bij een herziening der salarisnormen.
Nu zich de situatie voordoet, dat rijks-periodieke verhogingen aan de
gemeentelijke schalen toegevoegd mogen worden, hebben wij aanleiding
gevonden U voor te stellen thans niet slechts hiertoe te besluiten, doch
tevens, mede terwille van de uniformiteit, te besluiten tot het zoveel mo-
gelijk gelijk maken van de overige periodieke verhogingen aan die van het
rijk, welke alle 162,of meer bedragen. Bij het samenstellen van de