94
4e Afd.
31 juli 1958.
Artikel 4.
Garages.
1. Op de gronden, bestemd voor garages, mogen uitsluitend worden opge-
richt gebouwen ten behoeve van de berging van vervoersmiddelen.
2. De garages mogen uitsluitend worden gebouwd op en binnen de be-
bouwingsstroken, waarvan zij de begrenzende lijnen nergens mogen
overschrijden.
De voorgevels moeten worden geplaatst in de naar de weg gekeerde
begrenzende lijn van de bebouwingsstroken.
3. De garages moeten worden aaneengebouwd.
4. De voorgevelbreedte der in het eerste lid genoemde gebouwen moet
tenminste 3.00 m bedragen.
5. De goothoogte der in het eerste lid genoemde gebouwen moet tenminste
2.50 m en mag ten hoogste 3.50 m. bedragen.
6. De bebouwingsdiepte der in het eerste lid genoemde gebouwen bedraagt
6.00 m voor zover uit de kaart niet anders blijkt.
Artikel 5.
Weg- en verharding.
De gronden, bestemd voor weg of verharding, mogen niet worden over-
dekt of bebouwd; reclameborden of -zuilen mogen niet worden opgericht.
Artikel 6.
Openbaar groen.
De gronden bestemd voor 'openbaar groen, mogen niet worden overdekt
of bebouwd.
Artikel 7.
Achtererf.
Op de gronden, bestemd voor achtererf. mogen slechts worden gebouwd
achteruitbouwen en bijgebouwen, met inachtneming van de bepalingen
van de artt. 10 en 11.
Artikel 8.
Tuin.
De gronden, bestemd voor tuin, mogen niet worden overdekt of bebouwd.
BIJZONDERE BEPALINGEN.
Artikel 9.
Daken.
1. a. Het is verboden meer dan 20 van een gebouw of gebouwencom-
plex met platte daken of platten af te dekken, met dien verstande,
dat, wanneer in de bebouwingscategorie A bungalows worden op-
gericht, deze met platte daken of platten mogen worden afgedekt.
b. Hellende dakvlakken moeten een hoek maken met het horizontale
vlak van tenminste 25°; flauwer hellende dakvlakken worden, onder
toepassing van het in sub a bepaalde, beschouwd als platten.
c. Hellende dakvlakken moeten worden gedekt met gebakken pannen
en/of leien.
d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen
van het bepaalde sub a, b en c voorzover zulks naar hun oordeel
stedebouwkundig toelaatbaar is.