96
2e Afd.
31 juli 1958.
GELDLENING N.V. BANK VOOR NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
GROOT f 209.000,—.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
ten laste der gemeente Heemstede, hiema te noemen ,,geldneemster" een
geldlemng aan te gaan groot f 209.000,met de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten te 'sGravenhage, hiema te noemen ,,geldgeefster",
tegen een koers van 100 en verder op de grondslag van de volgende
bepalingen
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen vier en drie/vierden ten honderd per jaar te berekenen
nente, te voldoen op 1 febmari en 1 augustus van elk jaar, voor het eerst
op 1 februari 1959 over het alsdan sedert de datum van opneming ver-
streken tijdvak. Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig
dagen en elk jaar op driehonderd zestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Onverminderd het bepaalde in het derde lid zal geldneemster het bedrag
der lening aflossen in 20 termijnen en wel in de jaren 1969 tot en met
1988 f 10.450,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 augustus van elk
jaar.
Geldgeefster heeft tot 31 december 1958 de bevoegdheid van geldneem-
ster te verlangen, dat de terugbetaling van de gehele lening of een gedeelte
daarvan zal geschieden volgens een aflossingsplan, dat afwijkt en in de
plaats treedt van dat, in de voorgaande twee leden vervat, mits de gemid-
delde looptijd der lening als gevolg daarvan niet wordt vérkort.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal tot 1 augustus
1968 zijn uitgeslotenop laatstgenoemde datum en vervolgens uitsluitend
op de aflossingsverschijndagen zal geldneemster extra mogen aflossen,
doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten
honderd van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt
vöôr 1 augustus 1973, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lening
slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding, be-
rekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voomemen tot extra-aflossing der lening ten-
minste vier maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge-
stelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingster-
mijn, daama van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 zal geldneemster aan geldgeef-
ster binnen een maand na mededeling van het bedrag een evenredig aan-
deel vergoeden in de kosten, verbonden aan de verkrijging en het beheer
van de fondsen, waaruit geldgeefster de onder A genoemde geldlening zal
verstrekken.