4e Afd.
21 augustus
tot het hoogste punt van het gebouw, ondergeschikte bouwdelen buiten
beschouwing geiaten.
3. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van voorgevelbreedten,
worden daarvoor de onderlinge afstanden van de begrenzende zijmuren
hart op hart gemeten.
4. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van bebouwingsdiepten,
worden deze gemeten vanuit de naar de wegzijde toegekeerde begren-
zende lijn van de betreffende bebouwingsstrook.
5. De onderlinge afstanden van niet evenwijdige gevels en de afstanden
van de gevels tot daarmee niet evenwijdige erfscheidingen, worden
daar gemeten, waar deze afstanden het kieinst zijn.
2. BESTEMMINGSBEPALINGEN.
Art. 3. Eengezinshuizen.
1. Op de gronden, bestemd voor bebouwing met eengezinshuizen (be-
bouwingscategorieën L en M) mogen uitsluitend worden opgericht
eengezinshuizen met daarbij behorende niet voor bewoning bestemde
bijgebouwen (garages, kantoren of schuren), uitsluitend en overeen-
komstig de bestemming te gebruiken door de bewoners van het een-
gezinshuis, waarbij bedoelde bijgebouwen behoren, en met inachtneming
van artikel 11.
2. a. De eengezinshuizen mogen uitsluitend worden gebouwd op en binnen
de bebouwingsstroken, waarvan zij de begrenzende lijnen slechts
mogen overschrijden met achteruitbouwen, indien de van de weg
afgekeerde zijde van de bebouwingsstrook wordt begrensd door de
achtererven van die eengezinshuizen, waarvoor artikel 10 in acht
moet worden genomen.
b. De voorgevels der eengezinshuizen moeten worden geplaatst in de
naar de weg gekeerde begrenzende lijn van de bebouwingsstroken.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd hiervan ontheffing te
verlenen.
3. De eengezinshuizen in categorie L mogen tot 4 woningen worden aan-
een gebouwd, voor zover uit de kaart niet anders blijkt. De eengezins-
huizen in de categorie M zijn alleenstaande woningen.
4. De voorgevelbreedte der eengezinshuizen moet tenminste bedragen:
voor categorie L: 6,50 m;
voor categorie M: 8,00 m;
5. De goothoogte der eengezinshuizen moet, resp. mag bedragen:
voor categorie L tenminste 5,00 m en ten hoogste 7,00 m.
voor categorie M tenminste 3,00 m en ten hoogste 5,00 m.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van de gestelde maten in
eategorie L ontheffing te verlenen, met dien verstande, dat de minimum
en maximum hoogtemaat met niet meer dan 1,00 m. mag worden ver-
minderd, resp. vermeerderd.
6. Het, bij een niet beiderzijds aangebouwd eengezinshuis behorend ter-
rein, geiegen tussen de zijerfscheiding(en) en de niet aangebouwde
zijde(n) van het eengezinshuis, dient ter diepte van de bebouwings-
strook en over een hierna te noemen breedte (zijtuinbreedte), gemeten
uit de zijdelingse erfscheiding, onoverdekt en onbebouwd te blijven.
Bedoelde zijtuinbreedte bedraagt:
voor categorie L tenminste 3,00 m;
voor categorie M tenminste 5,00 m;