135 3e Afd 30 oktober 1958. Artikel 13. De invordering van de straatbelasting geschiedt door de gemeente-ont- vanger krachtens de hem ter invordering gezonden kohieren, en overigens overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de gemeentewet. De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig mogelijk nadat hem een ko- hier ter invordering is gezonden, kosteloos aan iedere belastingschuidige een gedagtekend aanslagbiljet, waarop het belastingjaar, de naam van de belastingschuldige, het bedrag en het tarief van de belasting, de betalings- termijnen, alsmede de plaats, dagen en uren, waarop de betaling kan ge- schieden, zijn vermeld. De gemeente-ontvanger is verplicht, indien hij daartce over het aan- slagbiljet kan beschikken voor elke betaling onmiddellijk kwijting op het aanslâgbiljet te stellen of daaraan te hechten. 1. De belasting is in één termijn verschuldigd. De vervaldag van deze termijn wordt vastgesteld op de negentigste dag na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. De belasting is dadelijk verschuldigd, zodra de aangeslagene in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende goe- deren executoriaai beslag is gelegd. Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 der gemeentewet wordt ten opzichte van deze belasting in de plaats van de raad, van bur- gemeester en wethouders en van de burgemeester aangewezen de chef van de secretarie-afdeling belastingen of bij ongesteldheid, afwezigheid of ont- stentenis van deze, diens plaatsvervanger. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1959. Met ingang van deze datum vervalt de verordening op de heffing van straatbelasting vast- gesteld bij besluit van 3 juni 1954, gewijzigd bij besluit van 31 januari 1956. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18. Gedaan ter openbare vergadering van 30 oktober 1958. De secretaris.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 16