152a, 152b
2e Afd.
18 december 1958.
LOONCOMPENSAXIE IN VERBAND MET DE HUURVERHOGING
INGAANDE 1 JANUARI 1959.
4e WIJZIGING KINDERTOELAGEREGELING.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 25 juli 1957, nr. 83, hebt U het daarvoor in aan-
merking komende gemeentepersoneel toegekend een loonbijslag en een
verhoging van de kindertoelage of kinderbijslag als compensatie in verband
met de huurverhoging ingaande 1 augustus 1957.
Deze compensatie werd toegekend in de vorm van uitkeringen-ineens.
Bij circuiaire van 26 november 1958, nr. U A 258/532, heeft de Minister
van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs-
organisatie ons medegedeeld, dat aan het rijkspersoneel zowel de 2
loonbijslag als de verhoging van de kindertoelage van 1 januari 1959 af
niet langer in de vorm van uitkeringen-ineens zullen worden uitbetaald.
De loonbijslag zal namelijk als een tijdelijke, maandelijkse c.q. weke-
lijkse bijslag bij het salaris of loon worden uitbetaald, terwijl de verhoging
der kindertoelage wordt opgenomen in de tijdelijke kindertoeslag, genoemd
in artikel 21 a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
1948.
De minima en maxima van de loonbijslag en de bedragen van de ver-
hoging der kindertoelage, welke U zijn medegedeeld in ons voorstel, het-
welk leidde tot Uw hierboven aangehaald besluit van 25 juli 1957, hebben
geen wijziging ondergaan.
De Minister verzoekt ons te bevorderen, dat voor het gemeentepersoneel
overeenkomstige voorzieningen worden getroffen.
Wij zijn van oordeel, dat aan het verzoek van de Minister gevolg behoort
te worden gegeven en stellen U daarom voor over te gaan tot vaststeliing
van bijgevoegde ontwerp-raadsbesluiten, strekkende tot
a. toekenning van een tijdelijke, maandelijkse c.q. wekelijkse loonbijslag
aan het daarvoor in aanmerking komende gemeentepersoneel;
b. wijziging van de kindertoelageregeling (4e wijziging)
De betrekkelijke ministeriële circulaire ligt voor U bij de stukken ter
inzage.
Heemstede, 10 december 1958.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.