156
4e afd.
18 december 1958.
9e WIJZIGING DEB BOUW- EN WONINGVEBOBDENING.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 25 september 1958, no. 121, werd een zodanige
wijziging der bouw- en woningverordening vastgesteld, dat een nieuw
artikel 131a werd ingevoegd, krachtens hetwelk de mogelijkheid tot het
brengen van meubeien en ander huisraad binnen de afzonderlijke woningen
in flatgebouwen, wordt gewaarborgd.
De hoofdingenieur-directeur van de VoIksgoBondhoid en de Bouwnijver-h
heid in de provincie Noordholland, die bedoeld besluit ter beoordeling van
Gedeputeerde Staten dezer provincie heeft ontvangen, heeft ons bericht,
dat hij zich met deze aanvulling kan verenigen. De plaats van deze aan-
vulling, te weten in paragraaf 13 der verordening, acht hij echter niet juist,
omdat deze paragraaf constructieve voorschriften bevat en in de verhuis-
bepalingen geen constructieve eisen zijn vermeld. Naar zijn mening be-
horen de leden 1, 2 en 3 als een nieuw artikel 72a te worden opgenomen
in paragraaf 5 van de bouw- en woningverordening, welke voorschriften
geeft omtrent afmetingen van de ter bewoning in te richten vertrekken
en van trappen en portalen, aangezien in de aanvulling voorschriften
worden gegeven met betrekking tot de toegang van de woning.
Aangezien het bepaalde in het vierde lid van het ingevoegde artikel
voorschriften betreft, waaraan een eenmaal gemaakte hijsconstructie moet
blijven voldoen, behoren deze voorschriften naar zijn oordeel te worden
opgenomen in hoofdstuk II der bouw- en woningverordening, waarin voor-
schriften zijn gegeven omtrent bestaande bouwwerken en erven.
Het bepaalde in het vijfde lid is zijns inziens overbodig, omdat de ver-
huisbepalingen geen scherp omlijnde voorschriften bevatten, waardoor deze
in strijd zouden kunnen komen met andere bepalingen van de onderhavige
verordening.
Wij achten de tegen de wijziging aangevoerde bezwaren steekhoudend
en wij geven U daarom in overweging, bijgaand ontwerp-besluit tot in-
trekking van Uw voormeld besluit van 25 september 1958, no. 121, en tot
vaststelling van een herziene aanvulling, in welke is rekening gehouden
met de boven aangegeven opmerkingen, te bekrachtigen.
Heemstedë, 10 december 1958.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.