162 4e Afd. 18 december 1958. Van de kennisgeving. Artikel 4. De kennisgeving van het voornemen een slachtdier te slachten of te doen slachten, als bedoeld in artikel 2 van het besluit, geschiedt aan het bureau van de vleeskeuringsdienst gedurende de tijd, dat het bureau geopend is. Artikel 5. De kennisgeving, dat een slachtdier doodgeboren, gestorven of in nood gedood is, als bedoeld in artikel 3 van het besluit, geschiedt zo spoedig mogelijk, 'doch uiterlijk op de eerste werkdag na het waamemen van de dood of na het doden, aan het bureau van de vleeskeuringsdienst ge- durende de tijd, dat het bureau is geopend. Artikel 6. 1. Ieder, die vlees invoert in de vleeskeuringskring Haarlem, is verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan het bureau van de vleeskeurings- dienst gedurende de tijd, dat het bureau is geopend, met vermelding van de plaats, waar het vlees, in afwachting van de nadere keuring, als bedoeld in artikel 8 van de wet, zich bevindt. 2. Van ingevoerd verpakt vlees, dat is gemerkt op de wijze, bedoeld in artikel 46, derde lid, van het besluit, mag de verzegeling niet worden ver- broken zonder toestemming van de met de keuring belaste ambtenaar. 3. Ieder, die vlees in zijn bezit of onder zijn beheer heeft als bedoeld in artikel 50, tweede en derde lid van de wet, is verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan het bureau van de vleeskeuringsdienst gedurende de tijd, dat het bureau is geopend, met vermelding van de plaats, waar het vlees, in afwaehting van de keuring of de nadere keuring, als bedoeld in artikel 50, tweede en vierde lid, van de wet, zich bevindt. Van de keuring. Artikel 7. Met de keuring en de nadere keuring van slachtdieren, vlees en vlees- waren zijn belast de directeur en de onder diens leiding werkzaam zijnde personen, als bedoeld in artikel 25 van de wet. Artikel 8. 1. De keuring vöör het slachten geschiedt ter plaatse door de directeur aan te wijzen. 2. De keuring nâ het slachten geschiedt ter plaatse van slachting, vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 4. 3. De keuring van gestorven of in nood gedode dieren geschiedt in de daarvoor bestemde lokaliteiten van het slachthuis. 4. De keuring van in de gemeente ingevoerd vlees, als bedoeld in artikel 8 van de wet, geschiedt in één der daarvoor bestemde lokaliteiten van het slachthuis. Ingeval bijzondere omstandigheden zulks, naar het oordeel van de direc- teur, vorderen, kan de keuring, onder nader door hem te stellen voor- waarden, plaatsvinden in andere lokaliteiten, dan die van het slachthuis. 5. De keuring en de nadere keuring van het vlees, bedoeld in artikel 50, tweede en vierde lid, geschieden in één der lokaliteiten van het slachthuis, daarvoor bestemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 47