163
4e Afd.
18 december. 1958.
GEMEENSCHAPPELIJKE KEGELING ZORG GEESTELIJKE
VOLKSGEZONDHEID.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 6 januari 1955 no. 4 werd met de gemeenten Ben-
nebroek, Bloemenndaal, Haarlem en Zandvoort een gemeenschappelijke
regeling aangegaan ter behartiging van de zorg voor de geestelijke volks-
gezondheid in het district Haarlem en omliggende gemeenten.
Deze regeling geldt tot en met 31 december 1959. Daarna wordt zij
geacht telkens voor de duur van vijf jaren te zijn verlengd. Indien een
der deelnemende gemeenten de deelneming wil beëindigen, moet zij daar-
van, tenminste een jaar voor het verstrijken van de Iopende termijn,
schriftelijk kennis geven aan het gemeentebestuur van Haarlem en aan
de commissie van advies inzake de uitvoering van de regeling.
Na bestudering van het op 6 november j.l. ontvangen verslag over 1957
van de afdeling psychiatrische voor- en nazorgdienst van de gemeentelijke
Geneeskundige Gezondheidsdienst te Haarlem hebben wij de indruk ge-
kregen, dat het wenselijk is nader te onderzoeken of de gemeenschappelijke
regeling, op het stuk van de kostenverdeling, niet gewijzigd behoort te
worden.
Een overzicht van de cijfers, waaruit naar onze mening, blijkt dat wij-
ziging overwogen dient te worden, ligt voor U ter inzage.
Wij hebben ons terzake op 14 november j.l. tot het gemeentebestuur van
Haariem gewend, maar daarop tot dusver geen reactie ontvangen, ver-
moedelijk omdat de tijd daarvoor te kort is geweest. Wil de regeling na
31 december 1959 niet stiizwijgend van kracht blijven, dan dient opzegging
v66r 31 dezer plaats te hebben.
Op grond van het vorenstaande nodigen wij U uit, door bekrachtiging
van bijgevoegd ontwerp-besluit, voorhands tot opzegging van de gemeen-
schappelijke regeling over te gaan.
Heemstede, 10 deeember 1958.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december
1958;
BESLUIT:
de gemeenschappelijke regeling ter behartiging van de zorg voor de gees-
telijke volksgezondheid in het district Haarlem en omliggende gemeenten,
zoals die werd getroffen bij zijn besluit van 6 januari 1955 no. 4, met
ingang van 1 januari 1960 op te zeggen.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 18 december 1958,
De secretaris, De voorzitter,