39 t/ 2e Afd. 26 februari 1959. aan g'eldgeefster betalen, als boete, een bedrag' gelijk aan vijf ten honderd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheld. Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar, bij niet-nakoming door geldneemster van één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane ver- bintenissen, tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplich- tingen te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinnering het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of haar overige verplichtingen alsnog nakomt. Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voor- vallen van het in het vorige lid bedoelde geval van onmiddellijke opeis- baarheid, alsof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebrek'e gesteld. De belastingen, welke van rente der lening geheven mochten worden, komen ten laste van geldneemster. Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uit- oefening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn voor rekening van geldneemster. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 februari 1959. De secretaris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 11