26 februari 1959.
49
niet mogelijk is zodanig wijziging in de plannen te brengen dat er meer
woningen op deze grond gebouwd kunnen worden. Mogelijk dat daardoor
de grondprijs per woning Iager wordt, zodat er toeh een aantal huizen in
de huurprijs van 70,tot 100,gebouwd kan worden. Als deze gang
van zaken zo doorgaat, dan voorziet spreker dat de premiewoningen hele-
maal niet meer verhuurd kunnen worden. De moeilijkheden die er nu en
dan geweest zijn wijzen al in die richting.
Wethouder van I.ent hoopt dat die tijd spoedig komt, want dat zou voor
hem het bewijs zijn dat de woningnood is opgeheven.
De Voorzitter geiooft niet dat in Heemstede het thans te bouwen type
woningen in de toekomst niet gangbaar zal blijven. Door de samenstelling
van de bevoiking is juist in Heemstede vraag naar dergelijke woningen.
Het zou niet juist zijn in Heemstede alleen maar woningwetwoningen te
bouwen. Zeker dient ook aandacht besteed te worden aan de bouw van
huizen met een hogere huurprijs. Er zijn echter nog vele huurders die wel
een hogere huurprijs kunnen betalen maar die niet willen betalen. Men
zal echter aan hogere huren moeten gaan wennen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
VI. VERKOOP VAN GROND VAN COMPLEX „MEER EN BERG".
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
38. Verkoop bouwterrein complex „Meer en Berg".
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VII. AANGAAN VAN EEN GEL.DLENING MET DE N.V. BANK VOOR
NEDERLANDSCHE GEMEENTEN, GROOT 107.650,
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
39. Geidlening N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten groot 107.650.
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede kan
verenigen.
De heer Zegwaart zegt, dat de aanbieding van de bank, gedateerd 14
februari geidig was tot 23 februari. Het zou eigenlijk geen zin meer heb-
ben daarover nog een besluit te nemen. Spreker meent, dat men bij de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten zo fatsoenlijk moest zijn om de ter-
mijn waarbinnen beslist moet worden zodanig te stellen dat de raad daar-
over zelf een beslissing kan nemen.
Wethouder Corver antwoordt, dat burgemeester en wethouders deze
geldlening hebben aanvaard, behoudens goedkeuring door de raad.
De heer Zegwaart blijft het onfatsoenlijk vinden dat burgemeester en
wethouders in de noodzaak worden gesteld om zonder de raad er in te
kennen, deze lening te aanvaarden. Spreker vraagt zich af wat er zou
gebeuren als de raad dit ontwerp-besluit nu eens niet aannam. Spreker
zou het niet zo mal vinden om de bank er op te wijzen dat het ongewenst
is om op zo'n korte termijn een beslissing van de raad te verlangen.
De Voorzitter meent, dat de bank er blijkbaar van uitgaat dat de ge-
meente blij zal zijn dat zij dit geld kan lenen en de aanbieding dus wel
aanvaard zal worden.