52a
3e afd.
26 maart 1959.
boden in vuilnisemmers met een inhoud van 33 liter van een door bur-
gemeester en wethouders voorgeschreven model.
2. Indien de omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan met toestem-
ming van burgemeester en wethouders ten behoeve van een gebouw of
gedeelte van een gebouw van het in lid 1 bepaaide worden afgeweken.
Artikel 5.
Aanvang en einde belastingplicht.
1. De belastingplicht vangt aan met ingang van de maand, waarin van de
dienst gebruik wordt gemaakt.
2. De belastingplicht eindigt op de laatste dag van de maand, waarin voor
de laatste maal van de dienst gebruik is gemaakt.
Artikel 6.
Inning.
1. De inning' van het verschuldigde recht geschiedt door de boekhouder
van het gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijf.
2. Zij vindt plaats na afloop van elk tijdvak van twee kalendermaanden.
3- Zij geschiedt door aanbieding van een kwitantie aan belastingschul-
digen, welke moet worden voldaan binnen acht dagen na de aanbieding.
4. Betaling kan plaats hebben zowel in contanten als door overschrijving
of storting op de postrekening van het gas-, duinwater- en elektrici-
teitsbedrijf
Artikel 7.
Invordering.
Bij niet of niet tijdige betaling van het recht geschiedt de invordering
overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 291 tot en met 295 van de
gemeentewet.
Artikel 8.
Gegevens verschuldigd recht.
De directeur van Openbare Werken stelt de door gebruikers verschul-
digde bedragen vast en verstrekt aan de boekhouder van het gas-, duin-
water- en elektriciteitsbedrijf tijdig alle voor de inning van het recht no-
dige gegevens.
Artikel 9.
Wijziging omstandigheden.
Het gedurende een tijdvak als bedoeld in artikel 6, lid 2, verlaten van
een gebouw of van een gedeelte van een gebouw door een belastingplichtige
en het direct daarna betrekken van een ander gebouw of een gedeelte van
een gebouw in de gemeente, alwaar de belastingplichtige wederom gebruik
maakt van de in artikel 1 bedoelde dienst, worden geacht gedurende dit
tijdvak geen wijziging in de belastingplicht te brengen.
Artikel 10.
Aangifte.
1. Aan de gebruikers van gebouwen of gedeelten van gebouwen kunnen,