52a
3e afd.
26 maart 1959.
voor het verstrekken van Inlichtingen ten behoeve van de juiste heffing
van het recht, formulieren ter invulling worden aangeboden.
2. Burgemeester en wethouders stellen het model van de in lid 1 bedoelde
formulieren vast.
3 Ieder, aan wie een of meer formulieren, als in lid 1 bedoeld, is of zijn
uitgereikt, is verplicht dit of deze duidelijk, volledig en naar waarheid
in te vullen, te ondertekenen en binnen veertien dagen na de dagte-
kening van de uitreiking aan de directeur van Openbare Werken terug
te zenden, dan wel bij hem in te leveren en aan burgemeester en wet-
houders of de door hen aangewezen ambtenaren van de gemeente de
nadere inlichtingen te verschaffen, die zij voor de juiste toepassing van
deze verordening nodig oordelen.
4 Indien de invulling van de in lid 1 bedoelde formulieren niet in over-
eenstemming met de werkelijkheid blijkt te zijn geschied, wordt het
recht in afwijking van de op die formulieren vermelde gegevens gehe-
ven; bij verzuim de formulieren tijdig terug te zenden of in te leveren,
kan' het recht eveneens ambtshalve worden geheven.
Artikel 11.
Ambtshalve vermindering.
Indien binnen drie jaren nadat het verschuldigde ter kennis van de belas-
tingplichtige is gebracht, blijkt, dat het recht ten onrechte of tot een te
hoog bedrag is geheven, kan deze onjuistheid ambtshalve worden hersteld
door degene, die het verschuldigde bedrag heeft vastgesteld.
Artikel 12.
Navordering.
1. Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte
geen of te weinig recht is geheven, kan worden nagevorderd, zolang
niet sedert de datum waarop het recht verschuldigd was, drie jaren
zijn verstreken.
2. Het na te vorderen bedrag wordt met een gelijk bedrag verhoogd.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van dwaling, ver-
schoonbaar verzuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oorzaken,
gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van deze verhoging te verlenen.
4. Indien de belastingplichtige in gebreke is gebleven na het ontvangen
van een waarschuwing van de directeur van Openbare Werken aan
de in artikel 10, lid 3, omschreven verplichtingen te voldoen, kan hij
zich niet op dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan hem te wijten
oorzaken, als bedoeld in lid 3, beroepen.
Artikel 13.
Delegatie.
Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van de gemeentewet ten
opzichte van dit recht treedt de chef van de secretarie-afdeling belastingen
in de plaats van de raad en van de burgemeester.