52a i/ ===- 3/- 3e afd. 26 maart 1959. Artikel 14. Betaling bij navordering. Betaling van nagevorderd recht moet geschieden aan de kassier van het gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijf binnen acht dagen na aanbie- ding der betreffende kwitantie. Zij kan met inachtneming van deze termijn ook geschieden door overschrijving of storting op de postrekening van het gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijf. Artikel 15. Bij bezwaar of beroep geen opschorting van betaling. De verplichting tot betaling van het recht wordt door het indienen van bezwaar- of beroepschriften niet opgeschort. Artikel 16. Oninbaarverklaring. Verschuldigde bedragen, waarvan de gemeente-ontvanger de invordering niet mogelijk acht, kunnen door de raad niet-invorderbaar worden ver- klaard. Artikel 17. Strafbepaling. Hij die de formaliteiten, die tot een juiste heffing van het recht, in deze verordening omschreven, mochten worden gevorderd, niet of niet béhoorlijk vervult en/of de hem op grond van het bepaalde in artikel 10, leden 1 tot en met 3, aangeboden formulieren niet of niet behoorlijk invult, wordt ge- straft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. Artikel 18. Slotbepaling. Deze verordening treedt in werking met ingang van een door burge- meester en wethouders te bepalen dag, welke gelegen is binnen een termijn van drie maanden na die waarop het bericht van de koninklijke goedkeu- ring is ontvangen, Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 maart 1959. De secretaris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 26