54
2e afd.
26 maart 1959.
GELDLENING N.V. BANK VOOB NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
GBOOT f 164.000,—.
De Raad der gemeente Heemstede,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
ten laste der gemeente Heemstede, hierna te noemen „geldneemster" een
geldlening aan te gaan groot f 164.000,met de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna te noemen „geldgeefster"
tegen een koers van 99,25 en verder op de grondslag van de volgende
bepalingen
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen vier en een half ten honderd per jaar te berekenen rente, te
voldoen op 1 april en 1 oktober van elk jaar, voor het eerst op 1 oktober
1959. Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en
elk jaar op driehonderdzestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 30 jaren en wel in de
jaren 1960 t/m 1989.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 april van elk jaar.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra aflossing der lening zal tot 1 april 1969
zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geldneemster
uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossen, doch
slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten honderd
van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt Vôôr
1 april 1974, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lening slechts
mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding, berekend
naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra aflossing der lening ten-
minste zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge-
stelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingster-
mijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te haren
kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te wijzen
betaalkantoor.
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder korting of
schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied ter vol-
doening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoe-
dingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 5.
Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op