54 2e afd. 26 maart 1959. tiid en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan, zal zii aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan vijf ten hon- derd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid. Artikel 6. Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar, bij niet-nakoming door geldneemster van één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte- nissen, tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinne- ring het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of haar ove- rige verpliehtingen alsnog nakomt. Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van het in het vorige lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid, aisof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld. Artikel 7. De belastingen, welke van rente der lening geheven mochten Worden, komen ten laste van geldneemster. Artikel 8. Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uitoefe- ning harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten, zijn voor reke- ning van geldneemster, Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 maart 1959. De secretaris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 45