79
26 maart 1959.
De heer Verkouw zegt, dat volgens de grondwet privilege op het stuk
van belastingen niet mogelijk is. Wat de heer Zegwaart wil zal dus niet
m de verordening geregeld kunnen worden. Ook zijn hart gaat echter uit
naar de gesteunden. Het zou alleen mogelijk zijn deze categorie te helpen
door de belasting oninbaar te verklaren. Spreker gelooft echter niet, dat
de heer Zegwaart deze weg zou willen kiezen en die weg moet het cok niet
op.
Spreker heeft verder met voldoening geconstateerd, dat de standpunten
van de fracties van de P.v.d.A. en die van het college elkaar vrij dicht
naderen. Men zal zich herinneren, dat de fractie van de P.v.d A voor en
tijdens de behandeling van de begroting heeft gepleit voor verhoging van
belastmgen, omdat als de uitgaven stijgen, men er niet aan kan ontkomen
om ook aandacht te schenken aan de inkomsten. Het voorstel van burge-
meester en wethouders, dat ons thans bezig houdt, begint met de aanhef:
,,In verband met de stijging van de gemeentelijke uitgaven gedurende de
laatste jaren, welke stijging onvoldoende wordt opgevangen door de be-
staande inkomstenbronnen, achten wij het onontkoombaar voor verschil-
lende diensten, die tot dusver kosteloos of beneden kostprijs werden ver-
richt, een vergoeding te vragen of de huidige vergoedingen te verhogen."
Spreker neemt er dus met voldoening- kennis van, dat de oorspronkelijk
divergerende standpunten elkaar thans zo dicht naderen.
Over de belastingheffing zelf is zijn fractie niet zo enthousiast. Een re-
tributie is bedoeld als vergoeding voor bewezen diensten, maar dit beginsel
laat de verordening direct weer los doordat voor het ledigen van 3 emmers
en dit betekent ongetwijfeld het verstrekken van een grotere dienst
hetzelfde bedrag van 6,— in rekening wordt gebracht als bij het ledigen
van 1 emmer. Nu heeft zijn fractie wel begrip voor het argument van bur-
gemeester en wethouders, dat bij het gebruik van 1, 2 of 3 emmers het
recht gelijk blijft, terwille van een eenvoudige en weinig kostbare heffing.
Toch is het misschien wel aardig op te merken, dat het juist de gemeente
Bloemendaal is die wel een oplopende heffing kent. Daar betaalt men voor
1 emmer /3,25 (ongeveer 5000), voor 2 emmers /6,25 (ongeveer 1000) en
voor 3 emmers 9,— enz. Maar spreker moet er onmiddellijk bijzeggen,
dat de gemeente Bloemendaal hier ook niet zo erg gelukkig mee is. Men
overweegt daar om een heffing in te voeren naar de grondslag huurwaar-
de. Of dat mogelijk is laat spreker op het ogenblik in het midden. Hoe dan
ook, zijn fractie heeft zich afgevraagd of niet met een heffing van /3,60
Per jaar, dat is 0,30 per maand, hetgeen 2-maandelijks geïnd kan worden,
kan worden volstaan. De steunnormen zijn, en dat heeft zijn fractie met
voldoening geconstateerd, met 2,in de maand verhoogd, dat is 0,50
in de week, maar als men van die mensen onmiddellijk weer 12 maal 0^50
afsnoept, dan is dat in verhouding toch wel veel. Zo gaan dus de zwakk'en
voor de sterken betalen. AIs de raad geneigd zou zijn om tot een heffing
van 3,60 per jaar te besluiten, dan zou dat een opbrengst geven van ruim
24.000,—. Er is nog iets dat hiervoor pleit. Het is nl. zo, dat van gemeen-
ten die een beroep op Den Haag moeten doen, omdat zij hun begroting niet
meer sluitend kunnen krijgen, wordt geëist dat zij reinigingsrechten gaan
heffen. Maar Den Haag is dan tevreden met een opbrengst van 1,per
inwoner. Dat vormt een bedrag van /26.000,— Spreker ziet geen 'enkele
reden, dat Heemstede hierboven uitgaat. Het bedrag van 16.000,dat
wij zouden derven, door in plaats van 6,— 3,60 te heffen, zou door een
verhoging van de straatbelasting zijn op te vangen. Het i's juist op dit
terrein dat de gemeente zeer grote uitgaven heeft te doen. Aanstonds moet
een beslissing genomen worden over een uitgave van /112.000,voor ver-
lichting van de Heemsteedse Dreef. Ook voor dergelijke uitgaven is de
straatbelasting bedoeld. Sprekers fractie stelt het toch wel op prijs hier-
over de mening van de mede-raadsleden en van het college te mogen horen
alvorens haar stem aan dit voorstel te geven.
