26 maart 1959.
84
Mr. Rutgers zegt dat men missehien de mensen, die niet gelijkgericht
zijn beter kent dan die wel gelijkgericht zijn. De voorzitter zal zeggen dat
dit geen strafverordening is, maar een belastingverordening en dat zij dus
niet thuishoort in de commissie voor de strafverordeningen. Spreker vraagt
of de voorzitter de commissie voor de strafverordeningen alleen maar ziet
als een te passeren obstakel bij het aannemen van een strafverordening of
dat hij deze commissie ziet als een hulp voor de raad bij de voorbereiding
van verorder:~- -n, waarin ook strafbepalingen zijn opgenomen. Speciaal
in de verordening op de vermakelijkheidsbelasting zijn er allerlei onder-
werpen, die niet in de raad kunnen worden behandeld omdat zij daarvoor
te pietepeuterig zijn, die ook niet thuishoren in een van de andere com-
missies, maar die naar zijn indruk, ter goede voorbereiding van de behan-
deling in de raad, toch zeker behoren te worden besproken in een commis-
sie die speciaal geëigend is voor het nazien van dit soort verordeningen.
De Voorzitter zegt, dat de heer Rutgers sprekers antwoord weet. De heer
Rutgers stelt het nu iets anders. Het is verre van spreker om de commissie
voor de strafverordeningen te zien als een obstakel dat op onze weg ligt.
Het is dus de bedoeling van de heer Rutgers om in de commissie voor de
strafverordeningen de door hem genoemde verordeningen te behandelen.
Dat is echter niet de taak van de commissie voor de strafverordeningen.
Formeel is het dus juist, dat deze verordeningen niet in de commissie voor
de strafverordeningen worden behandeld, omdat het belastingverordeningen
zijn. Spreker wil toegeven, dat men nooit mank moet gaan aan te veel
formalisme. Wanneer het dus dienstig zou zijn om een bepaalde verorde-
ning in de commissie voor dc strafverordening te behandelen omdat daarin
juristen en deskundigen zitting hebben, is daar geen bezwaar tegen. Spre-
ker heeft gemeend dat voor deze beide verordeningen de zaak niet zo lag.
Buitendien zijn deze verordeningen in de financiële commissie behandeld.
In beide commissies hebben ongeveer dezelfde personen zitting.
Mr. Rutgers zegt dat hij, omdat in de samenstelling van de beide ge-
noemde commissies twee verschillen zijn, waarvan één hoogst belangrijke,
nl. het voorzitterschap van de burgemeester die tevens jurist is, het bij-
zonder op prijs zou stellen wanneer belangrijke verordeningen ook in de
commissie voor de strafverordeningen worden behandeld. Spreker heeft
zich in de financiële commissie niet vrij gevoeld om op alle slakken zout
te leggen, omdat het buiten het raam van de financiële commissie valt. Hij
zou dit wel gedaan hebben in de commissie voor de strafverordeningen.
Mogelijk wil het college in de toekomst met zijn wens rekening houden of
anders zou de raad in de plaats van een commissie voor de strafverorde-
ningen moeten overgaan tot het instellen, wat in vele gemeenten reeds het
geval is, van een wetgevingscommissie, die ruimere bevoegdheden heeft.
Maar dat lijkt spreker nog niet nodig.
De Voorzitter antwoordt reeds gezegd te hebben, dat hij in de toëkomst
na zal gaan of het dienstig is een bepaalde verordening in de commissie
voor de strafverordeningen te doen behandelen.
Mr. Pliester heeft de praktische bezwaren van de heer Rutgers, speciaal
bij deze verordeningen, wel gevoeld. Spreker voelt niet voor 'een wet-
gevingscommissie. Hij heeft uit het door de voorzitter gesprokene gecon-
cludeerd, dat wanneer een van de leden van de commissie voor de straf-
verordeningen meent dat een of andere verordening in die commissie be-
sproken zou moeten worden, hij daartoe bereid is.
XII. VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN
BELASTING OP TONEELVOORSTELLINGEN EN ANDERE
VERMAKELIJKHEDEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.