26 maart 1959.
86
De Voorzitter antwoordt, dat het begrip vermakelijkheid wordt om-
schreven in artikel 2.
Ir. Tinbergen wijst er op, dat daarbij de wetenschappelijke, godsdien-
stige, opvoedkundige, sociale of politieke bijeenkomsten niet worden ge-
noemd.
De Voorzitter antwoordt, dat men dit kan brengen onder: „en alle an-
dere voorstellingen, uitvoeringen, gelegenheden tot ontspanning en ver-
maak, welke naar haar aard met de genoemde kunnen worden gelijkge-
steld."
Ir. Tinbergen zegt, dat de voorzitter dit toch niet gelijk wil stellen met
een schiettent. Men kan iets dat geen vermakelijkheid is, niet vrijstellen
van belasting op de vermakelijkheid. Dat voelt spreker wel. Maar als men
de nadruk legt op het feit van de bijkomstige opluistering van de verma-
kelijkheid die daarin kan schuilen en daar achter zet dat de hoofdzaak
van de bijeenkomst godsdienstig enz. enz. is, is men ook uit de moeilijk-
heid.
De Voorzitter brengt naar voren, dat een nieuwe stroming is, dat men
juist een vermakelijkheid verbindt aan een kerkelijke bijeenkomst. Het
accent moet eigenlijk liggen op het godsdienstige, het ethische enz. om
voor vrijstelling in aanmerking te komen. Spreker zou dus de bestaande
redactie willen handhaven, maar hij vindt het beter om te spreken van
,,vermakelijkheden of bijeenkomsten".
De heer Scheer wil ook een poging doen om een betere redactie te krij-
gen. Artikel 5, sub a vangt aan met het woord „vermakelijkheden", maar
in sub b wordt niet van „vermakelijkheden" gesproken, maar van „uitvoe-
ringen". Spreker zou daarom onder sub a „vermakelijkheden" gewoon
zonder meer willen vervangen door „bijeenkomsten". Vermakelijkheden
kunnen daarbij ingesloten worden.
De heer Verkouw meent dat al deze bezwaren ook in de financiële com-
missie naar voren zijn gebracht. Spreker meent, dat toen de heer Lohman
die was uitgenodigd om die vergadering bij te wonen er ook op heeft
gewezen, dat men ten aanzien hiervan toch wel voorzichtig moet zijn en
maar niet zonder meer dit kan gaan veranderen, een en ander om geen
moeilijkheden te krijgen met de Kroon in verband met de goedkeuring van
deze verordening. Spreker vraagt of omtrent de aangevochten punten niet
nog nader overleg kan worden gepleegd. Hij zou dan ook graag aan het
bezwaar van de heer Scheer tegemoet willen komen. Spreker heeft in de
vergadering van de financiële commissie al gezegd, dat men zou kunnen
spreken van voordrachten, weike op zichzelf en uitsluitend een godsdien-
stig karakter hebben. Hoe men het ook noemt, er schijnt kans te zijn dat
men toch in moeilijkheden komt en de uitleg van deze verordening zal dus
moeilijk zijn in de praktijk.
Wethouder Corver vraagt of de raad er mee akkoord kan gaan dat bur-
gemeester en wethouders deze gevoeligheden, die er dus inderdaad wel in
zitten, nader onder het oog zien en dan redactionele veranderingen aan-
brengen.
Ir,. Kooijmans zegt, dat in artikel 5 vrijstelling van belasting in de daar-
in genoemde gevallen wordt verleend „mits geen batig saldo wordt be-
oogd". Spreker gelooft dat veel van deze organisaties niet een batig saldo
beogen, maar al blij zijn als de kosten kunnen worden gedekt. Hij vraagt
in hoeverre dan vrijstelling wordt verleend.
Voorts wordt in artikel 5, sub b niets vermeld over een toegangsprijs.
Verder kan het voorkomen, dat een vereniging een zakelijke vergadering
heeft, maar waar ter afwisseling nog iets op het gebied van vermaak ge-