26 maart 1959, 76 wonen helemaal het gezicht op Mariënheuvel. De bezwaren kan spreker niet onderschrijven. Ir. Tinbergen vraagt of deze huurprijs van 105,in de verkoopcondi- ties vastligt en zo niet, of burgemeester en wethouders dan bereid zijn om hem daarin op te nemen. De Voorzitter antwoordt, dat het natuurlijk de bedoeling van de heer van Sambeek is om tot de prijs te komen die hij zich heeft voorgesteld. Hii zou zich zelf in de vingers snijden wanneer hij een hogere huur hier- voor zou stellen. De huizen die gebouwd zijn door Bakker doen ongeveer f 125 huur. Wanneer van Sambeek voor zijn huizen, die veel kleiner zijn en dús niet op één lijn kunnen worden gesteld met de huizen die Bakker heeft gebouwd, dezelfde hoge huur zou bepalen, dan zou hij zeker în grote moeilijkheden komen. Het is dus voor de bouwer zaak de huurprijs aan te houden die hij in het vooruitzicht heeft gesteld. Burgemeester en wethou- ders kunnen hier geen bindende voorschriften voor stellen. Wel moet hij de huurprijs bij zijn premieaanvrage aan het Departement voorleggen Wan- neer de prijs hoger zou zijn dan /105,— dan moet hij dus duidelijk maken waarom dit het geval is. Ir. Tinbergen„Waar staat die prijs van /105,in genoemd?" De Voorzitter: „In een brief aan burgemeester en wethouders." Ir. Tinbergen vraagt of het juridisch mogelijk is om een of andere ver- bintenis te maken. Mr. Rutgers acht dit onmogelijk, omdat de huurprijzen nog steeds de neiging hebben omhoog te gaan. Niemand kan zich op dit ogenblik binden, dat hij over een bepaalde tijd een huurprijs van een bepaalde hoogte zal vragen. Mevr. van der Meulen zou nog wel willen weten of deze huizen onder- hevig zijn aan een eventueel komende huurverhoging. Wethouder van Lent verklaart, niet te weten hoe een nieuwe huurver- hoging er uit zal zien. Mevr. van der Meulen zegt, dat in het huurcontract van woningen aan de Glip staat, dat bij eventuele huurverhoging de huur zal worden ver- hoogd. De Vcorzitter wijst er op, dat een en ander zal afhangen van de bepalin- gen die een huurverhogingswet zal inhouden. Mevr. van der Meulen meent, dat wanneer dit bij voorbaat in het huur- contract staat, dit een zekere binding geeft. De Voorzitter ontkent dit. De huurverhoging wordt van hogerhand vast- gesteld. Ir. Tinbergen vraagt of het college de ervaring heeft, dat een genoemde huurprijs ook inderdaad gerealiseerd wordt. Wethouder van Lent antwoordt, dat burgemeester en wethouders daar nog geen ervaring van hebben. Ir Tinbergen zegt, dat vroeger dus nooit naar de huurprijs van de wo- ningen, die zouden worden gebouwd, gevraagd is. Wethouder van Lent antwoordt, dat burgemeester en wethouders daar niets mee te maken hadden. Maar nu moet om voor premie in aanmerking te komen de verkoopprijs in elk geval beneden f 30.000, zijn, inclusief de premie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 9