57 4e afd. 23 april 1959. WIJZIGING BEBOUWINGSVOORSCHIFTEN deel uitmakende van de partiële herziening1 XLII C van het uitbreidings- plan, regelende de bestemming in onderdelen van het terrein bij de Zandvoorter Allee. Aan de Raad, Bij Uw besluit van 31 juli 1958, no. 94 is vastgesteld een partiële her- ziening van het uitbreidingsplan in onderdelen met bijbehorende bebou- wingsvoorschriften voor de terreinen langs een deel van de Zandvoorter Allee, alsmede voor de terreinen gelegen ten noorden van de Laan van Rozenburg en noordoostelijk van de Chrysanthemumlaan. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben ons thans bij brief van 25 maart 1959, afd. 1, no. 370, medegedeeld, dat een aantal bepalingen in de bebouwingsvoorschriften niet in overeenstemming is met de jongste jurisprudentie van de Kroon. In verband hiermede stellen wij U voor in de bebouwingsvoorschriften de navolgende bepalingen te schrappen a. artikel 3, lid 1, de woorden „uitsluitend en overeenkomstig de bestem- ming te gebruiken door de bewoners van het eengezinshuis, waarbij bedoelde bijgebouwen behoren"; b. artikel 5, de woorden ,,reclameborden of -zuilen mogen niet worden op- gericht"; c. artikel 11, sub d, de laatste zin; d. artikel 12, de woorden „doch geen reclameborden of -zuilen". Voorts ware artikel 15, lid 2, te vervangen door het navolgende lid: 2. De in het eerste lid genoemde gebouwen mogen geheel worden ver- nieuwd of veranderd, indien deze tengevolge van een calamiteit zijn vernield, mits daardoor de voorgevelrooilijnen niet worden overschreden en ook overigens de bestaande afwijking van de bestemming niet wordt vergroot, een en ander behoudens onteigening ten algemene nutte. Wij stelien U tenslotte voor van deze gelegenheid gebruik te maken in artikel 3, lid 7, en artikel 4, lid 6, van de bebouwingsvoorschriften de woorden ,,voor zover uit de kaart niet anders blijkt" te schrappen, aan- gezien zulks niet het geval is. Gedeputeerde Staten hebben er tevens op gewezen, dat het aanbeveling verdient de schadevergoedingsverordening op het onderhavige plan van toepassing te verklaren. Het structuurplan van de wegen over de ver- schillende percelen is namelijk geheel gewijzigd ten opzichte van het thans geldende uitbreidingsplan. Terreinen, welke in het thans geldende plan als bouwterrein waren aangewezen, zijn in het nieuwe plan voor weg bestemd, terwijl anderzijds terreinen, welke in het geldende plan de be- stemming weg en trottoir hadden, thans bouwterrein zijn geworden. Wij stellen U mitsdien voor de schadevergoedingsverordening op het onder- havige plan van toepassing te verklaren. Een daartoe strekkend ontwerp- raadsbesluit voegen wij ter vaststelling hierbij. De bebouwingsvoorschriften, vastgesteld bij Uw besluit van 31 juli 1958, no. 94, liggen ten Raadhuize voor U ter inzage. Heemstede, 15 april 1959. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G- A. van Rappard. De secretaris, A. van Wingerde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 11