56
4e afd.
23 april 1959
VASTSTELLING PARTIËLE HERZIENING XLII B VAN HET UIT
BREIDINGSPLAN VAN DE GEMEENTE HEEMSTEDE, REGELENDE
DE BESTEMMING IN ONDERDELEN VAN HET TERREIN, GELEGEN
AAN DE NOORDZIJDE VAN DE ZANDVOORTSELAAN, TUSSEN DE
ORCHIDEEËNLAAN EN DE LEIDSEVAART.
Aan de Raad,
Refeds geruime tijd heeft ons College zich beraden over de bestemming
welke zou moeten worden gegeven aan de gronden, gelegen aan de noord-
ziide van de Zandvoortselaan tussen de Orchideeënlaan en de Leidsevaart.
Een ontwerp-plan tot herziening van het voor deze gronden vastgestelde
uitbreidingsplan van 9 december 1926 heeft van 18 mei tot en met 14 jum
1957 ter inzage gelegen. Xn verband met het feit dat een aantal bezwaar-
schriften tegen het ontwerp was ingediend hebt U in Uw vergadering van
29 augustus 1957 besloten Uw beslissing omtrent de vaststelling van het
plan te verdagen tot uiterlijk 14 december 1957. Toen daarna in de Com-
missie voor Openbare Werken verschillende bedenkingen tegen het ont-
werp-plan rezen, hebben wij besloten dit plan terug te nemen en U te zijner
tijd een nieuw ontwerp ter vaststelling aan te bieden (zie raadsstuk 28 no-
vember 1957, no. 126).
Met inachtneming van de gerezen bedenkingen en în nauw contact met
de stedebouwkundig adviseur en de Commissie voor Openbare Werken îs
een nieuw ontwerp opgesteld.
Deze commissie heeft zich, behoudens haar kleinst mogelijke mmderheid,
met het ontwerp kunnen verenigen.
Het plan heeft van 31 januari tot en met 27 februari 1959 voor een îeder
ter inzage gelegen.
Naar aanleiding van het ter inzage gelegde plan îs een tweetal brieven
ingekomen, t.w.
1. bezwaarschrift van Mevrouw M. C. Hoes, weduwe van M. A. Jansen,
Zandvoortselaan 120, Heemstede, eigenaresse van de percelen kadastraal
bekend gemeentë Heemstede, sectie A, no's 1868, 1869, 1907, 1908 en
5638, ingekomen 27 februari 1959. Adressante maakt bezwaar tegen
het 'ontbreken in de ontwerp-bebouwingsvoorschriften van een over-
gangsbepaling, krachtens welke het mogelijk is bestaande gebouwen,
in geval van verwoesting door een calamiteit, te herbouwen.
Wij achten dit bezwaar gegrond en hebben daarom 14 van de ont-
werp-behouwingsvoorschriften aangevuld met de leden 2 en 3. Wij stel-
len U voor deze aanvulling in de bebouwingsvoorschriften op te nemen.
2. brief van de heer G. C. Jongh Visscher, eigenaar en bewoner van perceel
Asterkade 14, Heemstede, kadastraal bekend gemeente Heemstede, sec-
tie A, no. 6163, ingekomen 25 februari 1959. Adressant stelt uit stede-
bouwkundige overwegingen voor het blok meergezinswoningen één ver-
dieping lager te maken, verzoekt in de gelegenheid te worden gesteld
een stukje in het plan gelegen tuingrond te mogen aankopen en vraagt
de afstand tussen zijn woning en het blok meergezinswoningen te houden
op 10 meter.
De hoogte van de te stichten gebouwen is in besprekingen van ons col-
lege met de stedebouwkundig adviseur en van de Commissie voor Openbare
Werken, mede aan de hand van een maquette, beoordeeld en bepaald. Wij
achten het plan ook na het betoog van adressant nog alleszins verant-
woord. Het verzoek inzake aankoop van grond kan, als niet terzake dienen-
de, bij de vaststelling van het plan buiten beschouwing worden gelaten.
Wat de afstand tussen de woning Asterkade 14 en het blok meergezins-