72
4e afd.
23 april 1959.
omdat handhaving van het terrein als groene ruimte zo mogelijk voor
het publiek toegankelijk moet worden opgevat als een voorwaarde voor
een bebouwing van de beide aangrenzende buitenplaatsen, o.m. met bejaar-
dencomplexen, zoals door de gemeente voorgestaan. Dit laatste overeen-
komstig een voorlopig ontwerp van onze stedebouwkundig adviseur Ir.
Schut van juli 1955, opgesteld naar aanleiding van onze bovengenoemde,
in 1954 in principe toegezegde medewerking, welk ontwerp destijds door
de Provinciale Planologische Dienst gunstig was ontvangen.
Aangezien ons college ten volle de opvattingen van genoemde secretaris
en van Ir. Schut deelde, hebben wij terstond de eigenaar medegedeeld aan
ziin gewijzigd plan geen medewerking te kunnen verlenen.
Op 28 november 1956 heeft het Regenten-College van de Stichtmg Huize
Sint-Bavo" bij een bespreking met onze voorzitter medegedeeld plannen
't'e hebben tot de bouw van een bejaardencentrum op het Overbos en om de
nodige medewerking van de gemeente verzocht. Ons college heeft ver-
schillende malen de bij deze plannen betrokken belangen zorgvuldig over-
wogen en heeft tenslotte bij brief van 27 februari 1957 aan het Regenten-
College medegedeeld, „dat het mooie geaccidenteerde terrein van Overbos
met de prachtige houtopstanden zowel uit een oogpunt van natuurbe-
scherming als van recreatiemogelijkheid gespaard dient te worden. Uit
dien hoofde kunnen wij geen vrijheid vinden aan de bouw van een bejaar-
dentehuis op dit terrein onze medewerking te verlenen. Dit klemt temeer
nu op beide genoemde buitenplaatsen reeds een bejaardentehuis zal wor-
den gesticht, waarmede de totale bebouwing van deze terreinen het maxi-
mum toelaatbare zal hebben bereikt".
Voorts verklaarden wij ons bereid, ten einde de bouw van het bejaarden-
tehuis in deze omgeving mogelijk te maken te willen bevorderen, dat het
uitbreidingsplan in dier voege zou worden herzien, dat het complex achter
het Overbos aan de oostzijde van de door te trekken Burg. Van Lennep-
weg zou kunnen worden gebouwd.
Het Regenten-College heeft ons bij brief van 13 april 1957 medegedeeld,
dat het door ons voorgestelde terrein geenszins zijn belangstelling had en
voorts bij brief van gelijke datum aan Uw College om de nodige medewer-
king verzocht voor bebouwing van het Overbos.
Nadat U in Uw vergadering van 25 april 1957 laatstgenoemde bnef om
preadvies in onze handen had gesteld, hebben wij advies ingewonnen bij
de Commissie voor de Gemeentelijke Plannen en bij de Rijksdienst voor
het Nationale Plan.
De Commissie voor de Gemeentelijke Plannen deelde ons bij brief van
21 november 1957 ten aanzien van het Overbos het volgende mede:
,,Tussen beide buitens in ligt de zogenaamde ,,Overtuin van Berkenrode
Deze ligt geheel binnen het meldingsgebied en is naar gevoelen van ae
commissie van dergelijke landschappelijke waarde, dat bebouwing m welke
vorm dan ook moet worden voorkomen en een bestemming als openbaar
park ware na te streven".
De directeur van de Rijksdienst voor het Nationale Plan berichtte ons
in zijn brief van 20 februari 1958 als volgt:
„Met Uw College ben ik van mening, dat bebouwing van het z.g. over-
bos van de buitenplaats ,,Berkenrode", zoals de Stichting Huize „Smt-
Bavo" voornemens is, ernstig" zou dienen te worden betreurd. Ik geef Uw
College dan ook in overweging indien de plannen van de Stichting Huize
„Sint-Bavo" daartoe althans aanleiding geven belanghebbende mede te
'delen, dat rekening dient te worden gehouden met een dezerzijds voorstel
aan de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, strekkende tot
het maken van bezwaar tegen de voorgenomen stichting van een bejaar-
dencentrum op de overtuin van het landgoed ,,Berkenrode
Van de inhoud van ons hierop gevolgde preadvies van 19 maart 1958 en