56
4e afd.
23 april 1959.
BEBOUWINGS-VOORSCHRIFTEN
deel uitmakende van de partiële herziening XLII B van het uitbreidings-
plan, regelende de bestemming in onderdelen van de gemeente Heemstede
van 'de terreinen gelegen aan de noordzijde van de Zandvoortselaan tussen
de Orchideeënlaan en de Asterkade.
ALGEMENE BEPALINGEN.
Art. 1. Begripsbepalingen.
In deze voorsehriften wordt verstaan onder:
1. het uitbreidingsplan of plan:
De herziening XLII B van het uitbreidingsplan, regelende de bestem-
ming van het uitbreidingsplan-in-onderdelen van de gemeente Heem-
stede, vervat in de sub 2 bedoelde kaart en in deze voorschriften.
2. de kaart:
De tekening 4.42B.2 met bijbehorende verklaring, waarop is aangege-
ven het sub. 1 bedoeldeuitbreidingsplanen welke door burgemeester en
wethouders der gemeente Heemstede is gewaarmerkt.
3. meergezinshuis:
Een woonhuis, bestemd voor de huisvesting van meer dan één gezin.
4. gemengde bebouwing:
Een flatgebouw, waarin ondergebrachtwinkels, showroom, restaurant,
kantoren en meergezinshuizen.
5. bebouwingsstrook
De blijkens de verklaring op de kaart voor bebouwing bestemde grond-
strook.
6. bebouwingsdiepte:
De diepte van een bebouwingsstrook.
7. Perceel:
De met een woningcomplex of ander gebouw te bebouwen grond, als-
mede de bij dat woningcomplex of ander gebouw behorende onbebouwde
of met één of meer bijgebouwen en autoboxen te bebouwen grond.
8. voorgevel:
Een naar een weg gekeerde gevel van een woningcomplex of gebouw.
Art. 2. Wijze van meten.
1. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van goothoogten, worden
deze gemeten van de bovenkant van het aanliggend afgewerkt terrein
tot de bovenkant van de goot, of, indien een platte afdekking wordt
toegepast, tot de bovenkant van het boeiboord van het platte dak. Het
afgewerkte terrein wordt bij voor bewoning bestemde gebouwen geacht
te liggen 30 cm beneden de bovenkant van de begane grondvloer, tenzij
door burgemeester en wethouders anders wordt bepaald.
2. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van bouwhoogten worden