56
4e afd.
23 april 1959.
transformatorhuisje, schakelhuisje, telefooncel, wachthuisje voor verkeers-
diensten e.d.
Art. 13. Afwijkingsbevoegdheden.
1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, met voorafgaande schrif-
telijke toestemming van Gedeputeerde Staten van Noordholland, welke
niet wordt aangevraagd, dan nadat de belanghebbenden in de gelegen-
heid zijn gesteld hun bezwaren tegen de voorgenomen afwijking(en)
schriftelijk kenbaar te maken, in bijzondere gevallen de bestemming tot
meergezinshuis, gemengde bebouwing, tuin en achtererf te wijzigen,
teneinde mogelijk te maken, dat, in afwijking van het plan, gebouwen
voor bijzondere doeleinden worden gebouwd.
2. Bij het verzoek om toestemming, bedoeld in het eerste lid, leggen Bur-
gemeester en Wethouders eventueel ingekomen bezwaren over aan
Gedeputeerde Staten van Noordholland.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd enig onderdeel van de grens
of de richting van een straat nader vast te stellen en dienovereenkom-
stig de vorm der bebouwingsstroken te wijzigen, wanneer bij definitieve
uitmeting zou blijken, dat geringe afwijkingen noodzakelijk zijn tot een
juiste aanpassing van het plan aan de werkelijke toestand van het
terrein.
Art. 14. Reeds bestaande toestand.
1. Geen gebouw mag worden opgericht, indien daardoor of door de lig-
ging, grootte, vorm of gesteldheid van het bijbehorende perceel
a. enig ander gebouw, dat reeds bestaat of krachtens een verleende
of op een reeds ingediende aanvrage te verlenen bouwvergunning
kan worden opgericht, in een toestand zou worden gebracht, welke
in strijd zou zijn met het uitbreidingsplan.
b. enig ander perceel of terrein in een toestand zou worden gebracht,
welke in strijd zou zijn met het uitbreidingsplan.
2. Ten tijde van de vaststelling van het plan van uitbreiding bestaande
gebouwen, welke niet voldoen aan een of meer bepalingen van deze
voorschriften, mogen gedeeltelijk worden veranderd of gedeeltelijk
worden vernieuwd mits de afwijkingen van de voorschriften daarbij niet
worden vergroot.
3. De in het tweede lid genoemde gebouwen mogen geheel worden ver-
nieuwd of veranderd, indien deze tengevolge van een calamiteit zijn
vernield, mits daardoor de voorgevelrooilijnen niet worden overschreden
en ook overigens de bestaande afwijking van de bestemming niet wordt
vergroot, een en ander behoudens onteigening ten algemene nutte.
Aldus vastgesteld bij raadsbesluit van 23 april 1959, no. 56.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.