23 april 1959.
104
sie juister om in het vervolg de regeling voor de terugbetaling van het
voorschot in het dictum van het raadsbesluit op te nemen.
De heer Verkouw zegt, dat zijn fraetie graag aan de totstandkoming
van dit besluit zal meewerken. Zij heeft weliswaar een paar opmerkingen.
In de eerste plaats heeft zij de oorspronkelijke aanvrage van de vereniging
tot het verlenen van subsidie bij de stukken gemist. In de tweede plaats
staat in het voorstel van het college, dat de middelen waarover de vereni-
ging beschikt, onvoldoende zijn om deze zo zeer gewenste aankoop tot
stand te kunnen brengen. Zijn fractie wil dat graag op gezag van het col-
lege aannemen, maar zij had het toch wel op prijs gesteld als dat op een
of andere wijze uit de stukken was gebleken. In de derde plaats is het zijn
fractie nog niet duidelijk of de vereniging in staat is om jaarlijks de af-
lossing te betalen. Mocht dat zo zijn dan zijn er geen moeilijkheden, mocht
dat niet zo zijn, dan zou de raad nu ook moeten besluiten om het subsidie
aan deze vereniging met een gelijk bedrag te verhogen. In de vierde plaats
zou spreker het standpunt van de financiële commissie willen onderschrij-
ven, om vooral te voorkomen dat in de begroting allerlei verscholen sub-
sidies worden opgenomen en dat daaruit niet duidelijk blijkt wat de raad
ten opzichte van de sport en de sociale zorg doet.
Wethouder Corver kan zich verenigen met het standpunt van de finan-
ciële commissie om in dergelijke gevallen een rentedragend voorschot te
geven met zo nodig een verhoogd subsidie. Spreker heeft in de financiële
commissie al gezegd, dat hij met deze opmerking rekening zal houden.
Dat de oorspronkelijke aanvrage niet bij de stukken lag, wijt spreker
hieraan, dat zij in eerste instantie is afgewezen. Daarna is een nader ver-
zoek gekomen. Burgemeester en wethouders hadden daarom de indruk,
dat de oorspronkelijke aanvrage niet bij de stukken behoefde te worden
gelegd.
Men heeft spreker verzekerd, dat de middelen aanwezig zijn om de af-
lossing regelmatig te kunnen betalen. Bovendien geniet de vereniging sub-
sidie, zodat de gemeente dus altijd een onderpand heeft waarmede de terug-
betaling van het voorschot kan worden gecompenseerd.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XVII. HONORARIUM NIET-UITGEVOERDE BOUWPLANNEN AAN
DE GLIP EN AAN DE BERNARD ZWEERSLAAN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
69. Honorarium niet-uitgevoerde bouwplannen aan de Glip en aan de
Bernard Zweerslaan.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XVIII. AANVULLEND KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE VER-
BOUWING VAN HET RECHTER BOUWHUIS VAN HET OUDE SLOT.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
70. Aanvullend krediet ten behoeve van de verbouwing van het rechter-
bouwhuis van ,,Het Oude Slot".
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.